This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/140/33
Case T-271/04: Judgment of the Court of First Instance of 8 May 2007 — Citymo v Commission (Contractual liability — Arbitration clause — Lease contract — Inadmissibility — Non-contractual liability — Pre-contract negotiations — Plea of illegality — Legitimate expectation — Good faith — Abuse of rights — Material loss — Lost opportunity)
Zaak T-271/04: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 mei 2007 — Citymo/Commissie ( Contractuele aansprakelijkheid — Arbitragebeding — Huurovereenkomst — Niet-ontvankelijkheid — Niet-contractuele aansprakelijkheid — Precontractuele onderhandelingen — Exceptie van onwettigheid — Gerechtvaardigd vertrouwen — Goede trouw — Rechtsmisbruik — Materiële schade — Verlies van kans )
Zaak T-271/04: Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 mei 2007 — Citymo/Commissie ( Contractuele aansprakelijkheid — Arbitragebeding — Huurovereenkomst — Niet-ontvankelijkheid — Niet-contractuele aansprakelijkheid — Precontractuele onderhandelingen — Exceptie van onwettigheid — Gerechtvaardigd vertrouwen — Goede trouw — Rechtsmisbruik — Materiële schade — Verlies van kans )
PB C 140 van 23.6.2007, p. 20–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.6.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 140/20 |
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 mei 2007 — Citymo/Commissie
(Zaak T-271/04) (1)
(„Contractuele aansprakelijkheid - Arbitragebeding - Huurovereenkomst - Niet-ontvankelijkheid - Niet-contractuele aansprakelijkheid - Precontractuele onderhandelingen - Exceptie van onwettigheid - Gerechtvaardigd vertrouwen - Goede trouw - Rechtsmisbruik - Materiële schade - Verlies van kans’)
(2007/C 140/33)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Citymo SA (Brussel, België) (vertegenwoordigers: P. Van Ommeslaghe, I. Heenen en P.-M. Louis, advocaten)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: L. Parpala en E. Manhaeve, gemachtigden, bijgestaan door D. Philippe en M. Gouden, advocaten)
Voorwerp
Pimair: beroep op grond van contractuele aansprakelijkheid, strekkende tot veroordeling van de Commissie tot betaling van schadevergoeding aan verzoekster wegens de ontbinding van een huurovereenkomst die tussen de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en verzoekster zou zijn gesloten; subsidiair: beroep op grond van niet-contractuele aansprakelijkheid, strekkende tot vergoeding van de schade die verzoekster stelt te hebben geleden door de beslissing van de Commissie om de onderhandelingen gericht op sluiting van genoemde huurovereenkomst te beëindigen.
Dictum
1) |
De Commissie wordt veroordeeld tot betaling aan verzoekster van 20 000 EUR, vermeerderd met vertragingsrente vanaf de datum van uitspraak van het onderhavige arrest tot daadwerkelijke betaling, berekend tegen een jaarlijkse rentevoet gelijk aan het door de Europese Centrale Bank vastgestelde percentage voor de voornaamste herfinancieringstransacties, vermeerderd met twee procentpunten, mits een rentevoet van 6 % niet wordt overschreden. |
2) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) |
Iedere partij zal haar eigen kosten dragen. |