Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/129/10

    Zaak C-163/07 P: Hogere voorziening ingesteld op 26 maart 2007 door Diy-Mar Insaat Sanayi ve Ticaret Ltd Sirketi en Musa Akar tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 17 januari 2007 in zaak T-129/06, Diy-Mar Insaat Sanayi ve Ticaret Ltd Sirketi en Musa Akar/Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 129 van 9.6.2007, p. 7–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.6.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 129/7


    Hogere voorziening ingesteld op 26 maart 2007 door Diy-Mar Insaat Sanayi ve Ticaret Ltd Sirketi en Musa Akar tegen de beschikking van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 17 januari 2007 in zaak T-129/06, Diy-Mar Insaat Sanayi ve Ticaret Ltd Sirketi en Musa Akar/Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak C-163/07 P)

    (2007/C 129/10)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Rekwiranten: Diy-Mar Insaat Sanayi ve Ticaret Ltd Sirketi en Musa Akar (vertegenwoordiger: Ç. Şahin, Rechtsanwalt)

    Andere partij in de procedure: Commissie van de Europese Gemeenschappen

    Conclusies

    De beschikking van het Gerecht van Eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen van 17 januari 2007 in zaak T-129/06 (1), aan rekwiranten op 26 januari 2007 betekend, en de litigieuze beschikking MK/KS/DELTUR/(2005)/SecE/D/1614 van 23 december 2005 van verweerster te vernietigen;

    subsidiair: de sub 1 genoemde beschikking van het Gerecht van eerste aanleg te vernietigen, en de litigieuze beschikking MK/KS/DELTUR/(2005)/SecE/D/1614 van 23 december 2005 van verweerster nietig te verklaren, met toewijzing van het door rekwiranten in eerste aanleg gevorderde;

    meer subsidiair: de sub 1 genoemde beschikking van het Gerecht te vernietigen en de zaak naar het Gerecht van eerste aanleg te verwijzen;

    verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Rekwiranten voeren ter ondersteuning van hun hogere voorziening tegen genoemde beschikking de volgende middelen aan.

    Het Gerecht is niet gehouden om de feiten van bij hem aanhangige geschillen uitsluitend te beoordelen op grond van de stellingen van partijen en om uitsluitend op grond van de door partijen aangevoerde bewijsmiddelen te beslissen. Uit artikel 21 van het Statuut van het Hof van Justitie blijkt veeleer dat de gerechten van de Europese Gemeenschappen de plicht hebben de feiten op te helderen, en, niet alleen op eigen initiatief kunnen maar ook moeten optreden wanneer dat nodig is.

    Doordat het Gerecht in het onderhavige geval niet is nagegaan of verweersters litigieuze beschikking rekwiranten naar behoren heeft geïnformeerd over de openstaande rechtsmiddelen, en rekwiranten pas na een maand, en derhalve na afloop van de termijn, in kennis heeft gesteld van de vormfout, heeft het artikel 21 van het Statuut van het Hof van Justitie geschonden, alsmede artikel 64 van zijn Reglement voor de procesvoering en het materiële gemeenschapsrecht, beschouwd in samenhang met de beginselen inzake het vermoeden van rechtmatigheid van een handeling en de theorie van de uiterlijke schijn. Het gemeenschapsrecht verbindt namelijk aan bijzonder zware, kennelijke fouten bij handelingen van het bestuur de sanctie van absolute nietigheid van de handeling.

    Waren rekwiranten naar behoren geïnformeerd over de openstaande rechtsmiddelen, dan hadden zij zich onmiddellijk tot een toegelaten advocaat gewend, en binnen de gestelde termijn beroep ingesteld. Het verwijt van het Gerecht, dat rekwiranten en hun Turkse advocaten niet de zorgvuldigheid hebben betracht die van een verstandige verzoeker mag worden verlangd, ontslaat verweerster niet van haar plicht om behoorlijke informatie over de openstaande rechtsmiddelen te verschaffen.


    (1)  PB C 212, blz. 29.


    Top