Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/129/07

    Zaak C-149/07: Beroep ingesteld op 15 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Polen

    PB C 129 van 9.6.2007, p. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.6.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 129/5


    Beroep ingesteld op 15 maart 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Republiek Polen

    (Zaak C-149/07)

    (2007/C 129/07)

    Procestaal: Pools

    Partijen

    Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J. Hottiaux en K. Herrmann, gemachtigden)

    Verwerende partij: Republiek Polen

    Conclusies

    vast te stellen dat de Republiek Polen de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, door geen bijzondere rechtsvoorschriften vast te stellen voor de verlening van vergunningen voor de parallelimport van gewasbeschermingsmiddelen in Polen;

    de Republiek Polen te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Volgens artikel 28 EG zijn kwantitatieve invoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking tussen de lidstaten verboden. De Commissie is van mening dat de Republiek Polen, door geen bijzondere rechtsvoorschriften vast te stellen voor de verlening van vergunningen voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen die identiek zijn (in de zin van de rechtspraak van het Hof) met middelen die reeds in Polen op de markt zijn gebracht en zijn ingevoerd uit andere lidstaten waar die beschermingsmiddelen reeds op de markt zijn toegelaten, de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen.

    Bij ontbreken van harmonisatie luidt de vaste rechtspraak van het Hof: „Elke handelsregeling van de lidstaten die de intracommunautaire handel, al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren, moet worden beschouwd als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen. ”Het Hof heeft ook voor recht verklaard dat een nationale regeling of handelwijze die ertoe leidt dat de importen zodanig worden gekanaliseerd dat slechts enkele handelaren daartoe kunnen overgaan, terwijl anderen ervan worden uitgesloten, een maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking vormt. De procedure volgens welke een voorafgaande vergunning wordt verlangd voor de verkoop van ingevoerde producten, moet uitdrukkelijk bij een voor de nationale autoriteiten bindende handeling met algemene strekking worden vastgesteld. Die procedure moet gemakkelijk toegankelijk zijn en binnen een redelijke termijn worden afgesloten. Dergelijke beginselen van algemene strekking moeten in het nationale recht bestaan om de burgers in staat te stellen van de hun door het gemeenschaprecht toegekende rechten gebruik te maken.

    Hoewel het nieuwe ontwerp tot wijziging van de Poolse regeling door de Commissie kan worden aanvaard, was deze echter niet in werking getreden na het verstrijken van de termijn van twee maanden die in het met redenen omkleed advies van de Commissie voor de beëindiging van de inbreuk was gesteld. Volgens vaste rechtspraak moet het Hof voor de vaststelling of een lidstaat het gemeenschapsrecht heeft geschonden, dit beoordelen op basis van de situatie waarin de lidstaat zich bevond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn. Met sedertdien opgetreden wijzigingen in het nationale recht kan het Hof geen rekening houden.


    Top