Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/095/115

Zaak F-12/07: Beroep ingesteld op 26 februari 2007 — O'Connor/Commissie

PB C 95 van 28.4.2007, p. 57–58 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

28.4.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 95/57


Beroep ingesteld op 26 februari 2007 — O'Connor/Commissie

(Zaak F-12/07)

(2007/C 95/115)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Elizabeth O'Connor (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Orlandi, A. Coolen, J.-N. Louis en E. Marchal, advocaten)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de Commissie om de periode voor toekenning van de werkloosheidsuitkering aan verzoekster op maximaal 11 maanden en 25 dagen vast te stellen;

verwijzing van de verwerende partij in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, voormalig personeelslid van de Commissie, was van 16 januari 2001 tot en met 31 december 2005 onafgebroken in dienst van laatstgenoemde onder zes achtereenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd: een eerste overeenkomst van tijdelijk functionaris, een eerste overeenkomst van hulpfunctionaris, een tweede overeenkomst van tijdelijk functionaris, een tweede overeenkomst van hulpfunctionaris, een derde overeenkomst van tijdelijk functionaris en ten slotte een overeenkomst van arbeidscontractant.

De administratie heeft haar recht op een werkloosheidsuitkering op maximaal 11 maanden en 25 dagen bepaald, aangezien zij van mening was dat de periodes die gedekt waren door overeenkomsten van hulpfunctionaris gelijk moesten worden gesteld met periodes in dienst van een andere werkgever dan de gemeenschapsinstellingen.

Tot staving van haar beroep stelt verzoekster dat de Commissie misbruik van recht heeft gemaakt door haar gedurende meer dan vijf jaar onder verschillende overeenkomsten voor bepaalde tijd en in verschillende hoedanigheden in dienst te houden. Voorts heeft de Commissie een verkeerde toepassing gegeven aan artikel 28 bis, lid 4, en artikel 96, lid 4, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, door de periode gedurende welke verzoekster als hulpfunctionaris heeft gewerkt niet in aanmerking te nemen voor de toepassing van die bepalingen.


Top