EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/056/14

Zaak C-370/05: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Vestre Landsret — Denemarken) — Strafzaak tegen Uwe Kay Festersen (Vrijheid van vestiging — Vrij verkeer van kapitaal — Artikelen 43 EG en 56 EG — Beperkingen van verwerving van landbouwbedrijven — Verplichting voor verkrijger om vaste woonplaats te vestigen op agrarisch erf)

PB C 56 van 10.3.2007, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 56/9


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Vestre Landsret — Denemarken) — Strafzaak tegen Uwe Kay Festersen

(Zaak C-370/05) (1)

(Vrijheid van vestiging - Vrij verkeer van kapitaal - Artikelen 43 EG en 56 EG - Beperkingen van verwerving van landbouwbedrijven - Verplichting voor verkrijger om vaste woonplaats te vestigen op agrarisch erf)

(2007/C 56/14)

Procestaal: Deens

Verwijzende rechter

Vestre Landsret

Partij in de strafzaak

Uwe Kay Festersen

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Vestre Landsret — Uitlegging van de artikelen 43 EG en 56 EG — Nationale wetgeving die voor de verkrijging van een agrarisch erf als voorwaarde stelt dat de verkrijger er zijn vaste woonplaats vestigt

Dictum

1)

Artikel 56 EG verzet zich tegen een nationale wettelijke regeling als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die voor de verkrijging van een agrarisch erf als voorwaarde stelt, dat de verkrijger er zijn vaste woonplaats vestigt.

2)

Die uitlegging van artikel 56 EG is niet verschillend wanneer het verkregen agrarische erf geen levensvatbaar landbouwbedrijf is en het woongedeelte ervan in een woongebied ligt.


(1)  PB C 315 van 10.12.2005.


Top