Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/056/09

    Zaak C-278/05: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 25 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice, Chancery Division — Verenigd Koninkrijk) — Carol Marilyn Robins, John Burnett/Secretary of State for Work and Pensions (Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever — Richtlijn 80/987/EEG — Uitvoering — Artikel 8 — Voor een of meer bedrijfstakken geldende aanvullende stelsels van sociale voorzieningen — Ouderdomsuitkeringen — Bescherming van verkregen rechten — Omvang van bescherming — Aansprakelijkheid van lidstaat voor onjuiste uitvoering van richtlijn — Voorwaarden)

    PB C 56 van 10.3.2007, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.3.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 56/6


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 25 januari 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court of Justice, Chancery Division — Verenigd Koninkrijk) — Carol Marilyn Robins, John Burnett/Secretary of State for Work and Pensions

    (Zaak C-278/05) (1)

    (Bescherming van werknemers bij insolventie van werkgever - Richtlijn 80/987/EEG - Uitvoering - Artikel 8 - Voor een of meer bedrijfstakken geldende aanvullende stelsels van sociale voorzieningen - Ouderdomsuitkeringen - Bescherming van verkregen rechten - Omvang van bescherming - Aansprakelijkheid van lidstaat voor onjuiste uitvoering van richtlijn - Voorwaarden)

    (2007/C 56/09)

    Procestaal: Engels

    Verwijzende rechter

    High Court of Justice, Chancery Division

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: Carol Marilyn Robins, John Burnett

    Verwerende partij: Secretary of State for Work and Pensions

    Voorwerp

    Verzoek om een prejudiciële beslissing — High Court of Justice, Chancery Division — Uitlegging van artikel 8 van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever (PB L 283, blz. 23) — Omvang van de verplichting om de verkregen rechten of rechten in wording van werknemers op ouderdomsuitkeringen te beschermen

    Dictum

    1)

    Artikel 8 van richtlijn 80/987/EEG van de Raad van 20 oktober 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake de bescherming van de werknemers bij insolventie van de werkgever, moet aldus worden uitgelegd dat bij insolventie van de werkgever en ontoereikendheid van de activa van de voor één of meer bedrijfstakken geldende aanvullende stelsels van sociale voorzieningen, de financiering van verkregen rechten op ouderdomsuitkeringen niet noodzakelijkerwijs hoeft te worden gewaarborgd door de lidstaten zelf, noch volledig hoeft te zijn.

    2)

    Artikel 8 van richtlijn 80/987 verzet zich tegen een beschermingsstelsel als het in het hoofdgeding aan de orde zijnde.

    3)

    Voor het geval artikel 8 van richtlijn 80/987 onjuist is uitgevoerd, kan de betrokken lidstaat slechts aansprakelijk worden gesteld indien komt vast te staan dat deze staat zich schuldig heeft gemaakt aan een kennelijke en ernstige overschrijding van de grenzen van zijn beoordelingsbevoegdheid.


    (1)  PB C 243 van 1.10.2005.


    Top