This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2007/020/28
Case T-349/06: Action brought on 4 December 2006 — Germany v Commission
Zaak T-349/06: Beroep ingesteld op 4 december 2006 — Duitsland/Commissie
Zaak T-349/06: Beroep ingesteld op 4 december 2006 — Duitsland/Commissie
PB C 20 van 27.1.2007, p. 19–20
(BG, RO)
PB C 20 van 27.1.2007, p. 20–21
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
27.1.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 20/20 |
Beroep ingesteld op 4 december 2006 — Duitsland/Commissie
(Zaak T-349/06)
(2007/C 20/29)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: M. Lumma en C. Schulze-Bahr, bijgestaan door C. von Donat, advocaat)
Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen
Conclusies
— |
nietig te verklaren beschikking C (2006) 4194 def. van de Commissie van 25 september 2006 betreffende de vermindering van de bij beschikking C(95) 1726 van de Commissie van 27 juli 1995 voor het operationele programma van Nordrhein-Westfalen in het kader van RESIDER toegekende financiële bijstand (EFRO Nr. 49.02.10.036/ARINCO Nr. 94.DE.16.051); |
— |
de Commissie te verwijzen in de kosten van de procedure. |
Middelen en voornaamste argumenten
Met de bestreden beschikking heeft de Commissie de financiële bijstand van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) voor het RESIDER-programma van Nordrhein-Westfalen verminderd.
Ter onderbouwing van haar beroep stelt verzoekster dat artikel 24 van verordening nr. 4253/88 (1) is geschonden daar de voorwaarden voor een vermindering niet zijn vervuld. In dit verband voert zij met name aan dat de afwijkingen van het indicatieve financieringsplan geen aanzienlijke wijziging van het programma opleveren.
Zelfs al zou het programma aanzienlijk zijn gewijzigd, dan heeft de Commissie daar volgens verzoekster vooraf toestemming voor gegeven bij de „richtsnoeren voor de financiële afsluiting van de operationele maatregelen (1994 — 1999) van de Structuurfondsen” (SEC (1999) 1316).
Voor het geval zou worden aangenomen dat de voorwaarden voor een vermindering zijn vervuld, wijst verzoekster erop dat verweerster met betrekking tot het concrete programma geen gebruik heeft gemaakt van haar beoordelingsvrijheid. De Commissie had moeten nagaan of een vermindering van de EFRO-bijstand in overeenstemming was met het evenredigheidsbeginsel.
Ten slotte is de bestreden beschikking in strijd met het beginsel van goed bestuur aangezien verzoekster daardoor werd genoopt opnieuw beroep in stellen tegen een beschikking die op dat ogenblik bij de rechter aanhangig was.
(1) Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374, van 31.12.1988, blz. 1).