Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/294/41

    Zaak C-371/06: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 12 september 2006 — Benetton Group SpA tegen G-Star International BV

    PB C 294 van 2.12.2006, p. 23–23 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    2.12.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 294/23


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden op 12 september 2006 — Benetton Group SpA tegen G-Star International BV

    (Zaak C-371/06)

    (2006/C 294/41)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Hoge Raad der Nederlanden

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekster: Benetton Group SpA

    Verweerster: G-Star International BV

    Prejudiciële vragen

    1.

    Moet artikel 3, lid 1, onder e, eerste streepje (1), aldus worden uitgelegd dat de daarin vervatte uitsluiting de inschrijving als merk van een vorm blijvend belet, indien de aard van de waar zodanig is dat haar uiterlijk en vormgeving door hun fraaiheid of oorspronkelijk karakter geheel, dan wel in belangrijke mate haar marktwaarde bepalen, of mist die uitsluiting toepassing indien, voorafgaand aan de aanvrage om inschrijving, voor het publiek de aantrekkingskracht van de desbetreffende vorm in overwegende mate bepaald is gaan worden door de bekendheid daarvan als onderscheidingsteken?

    2.

    Indien het antwoord op vraag 1 in laatstbedoelde zin luidt: in welke mate moet die aantrekkingskracht de overhand hebben gekregen, wil de uitsluiting niet langer van toepassing zijn?


    (1)  Eerste Richtlijn 89/104/EEG van de Raad, van 21 december 1988, betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 1989 L 40, blz. 1).


    Top