EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/096/57

Zaak F-13/06: Beroep ingesteld op 9 februari 2006 — Zuleta de Reales Ansaldo tegen Hof van Justitie

PB C 96 van 22.4.2006, p. 36–37 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

22.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 96/36


Beroep ingesteld op 9 februari 2006 — Zuleta de Reales Ansaldo tegen Hof van Justitie

(Zaak F-13/06)

(2006/C 96/57)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekster: Leticia Zuleta de Reales Ansaldo (Luxemburg, Luxemburg) (vertegenwoordiger: G. Vandersanden, advocaat)

Verweerder: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

nietigverklaring van het besluit van 4 mei 2005 van het tot aanstelling bevoegde gezag (TABG) van het Hof van Justitie houdende aanstelling van verzoekster in de rang A*7, salaristrap 2;

plaatsing van verzoekster in de rang (A*10, salaristrap 2) waarin zij volgens de aankondiging van het vergelijkend onderzoek CJ/LA/25 waarvoor zij geslaagd is, normaal had moeten ingedeeld zijn;

verzekering van de volledige reconstructie van verzoeksters loopbaan met terugwerkende kracht tot de datum van haar aldus gecorrigeerde rangindeling en salaristrap, met vergoeding van vertragingsrente;

bijgevolg, toekenning aan verzoekster van de bezoldiging behorende bij de rang A*10, salaristrap 2, sinds haar benoeming en van haar pensioenrechten, de voordelen en de vergoedingen waarop zij recht heeft, alsmede verzekering van haar rechten op bevordering vanaf die datum,

verwijzing van het Hof van Justitie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster heeft deelgenomen aan vergelijkend onderzoek CJ/LA/25 voor de vorming van een reserve voor de aanwerving van Spaanstalige juristen-vertalers in de rangen LA7/LA6.

Nadat zij was geslaagd voor het vergelijkend onderzoek, is verzoekster ervan in kennis gesteld dat zij vanaf 16 mei 2005 was aangesteld als ambtenaar op proef bij de vertaaldirectie van het Hof van Justitie en was ingedeeld in de rang A*7, salaristrap 2.

In haar beroep betwist verzoekster het feit dat zij in een minder hoge rang is ingedeeld op grond van de inwerkingtreding van verordening nr. 723/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot wijziging van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en van de regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen. (1)

Tot staving van haar beroep voert verzoekster twee middelen aan. Het eerste middel bestaat in een exceptie van onwettigheid van de artikelen 12, lid 3, en 13, lid 2, van bijlage XIII bij het Statuut. Het tweede middel berust op schending van het beginsel van behoorlijk bestuur, de zorgplicht, het beginsel van doorzichtigheid, het beginsel van de goede trouw, het gelijkheidsbeginsel en het non-discriminatiebeginsel.


(1)  PB L 124, van 27. 4.2004, blz. 1.


Top