EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/096/06

Zaak C-59/06 P: Hogere voorziening, op 3 februari 2006 ingesteld door Luigi Marcuccio tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Vijfde kamer) van 24 november 2005 in zaak T-236/02, Luigi Marcuccio tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 96 van 22.4.2006, p. 4–5 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

22.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 96/4


Hogere voorziening, op 3 februari 2006 ingesteld door Luigi Marcuccio tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Vijfde kamer) van 24 november 2005 in zaak T-236/02, Luigi Marcuccio tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak C-59/06 P)

(2006/C 96/06)

Procestaal: Italiaans

Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 3 februari 2006 hogere voorziening ingesteld door Luigi Marcuccio, vertegenwoordigd door L. Garofalo, advocaat, tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Vijfde kamer) van 24 november 2005 in zaak T-236/02, Luigi Marcuccio tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Rekwirant concludeert dat het den Hove behage:

Het bestreden arrest te vernietigen en zijn andere vorderingen toe te wijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirant stelt dat het arrest van het Gerecht nietig is wegens:

1.

Wijziging en verdraaiing van de feiten en van de stellingen van verzoeker in zijn schriftelijke opmerkingen, mede veroorzaakt door de materiële onjuistheid van de vaststellingen van het Gerecht;

2.

Het verzuim om uitspraak te doen over talrijke fundamentele punten van de zaak;

3.

Dermate ernstige procedurefout dat de belangen van verzoeker op onherstelbare wijze zijn geschaad;

4.

Het volstrekt ontbreken van motivering van verschillende beslissende punten van de zaak, mede wegens het ontbreken van een vooronderzoek, wanorde, tegenstrijdigheid, ontoereikendheid, onredelijkheid, tautologie, willekeur, gebrek aan logica, zowel primair als subsidiair, van de redenen die daarvoor zouden zijn aangevoerd;

5.

Onjuiste uitlegging en toepassing van artikel 26, tweede alinea, van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen;

6.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip rechten van de verdediging, en ongemotiveerde en onlogische miskenning van de betrokken rechtspraak;

7.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip motivering en ongemotiveerde en onlogische miskenning van de betrokken rechtspraak;

8.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip tegenstrijdige motivering;

9.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip vatbaarheid voor beroep van een voorbereidende handeling;

10.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip standpunt;

11.

Onjuiste uitlegging en toepassing van het begrip wijziging van een reeds afgekondigd besluit.


Top