Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/048/04

    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 10 januari 2006 in zaak C-98/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Bondsrepubliek Duitsland (Niet-nakoming — Richtlijn 92/43/EEG — Instandhouding van natuurlijke habitats — Wilde flora en fauna — Beoordeling van gevolgen van bepaalde projecten voor beschermd gebied — Soortenbescherming)

    PB C 48 van 25.2.2006, p. 2–3 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    25.2.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 48/2


    ARREST VAN HET HOF

    (Tweede kamer)

    van 10 januari 2006

    in zaak C-98/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Bondsrepubliek Duitsland (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 92/43/EEG - Instandhouding van natuurlijke habitats - Wilde flora en fauna - Beoordeling van gevolgen van bepaalde projecten voor beschermd gebied - Soortenbescherming)

    (2006/C 48/04)

    Procestaal: Duits

    In zaak C-98/03, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 28 februari 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: U. Wölker) tegen Bondsrepubliek Duitsland (gemachtigden: M. Lumma en C. Schulze-Bahr), heeft het Hof van Justitie (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, C. Gulmann (rapporteur), R. Silva de Lapuerta, P. Kūris en G. Arestis, rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano, griffier: M. Ferreira, hoofdadministrateur, op 10 januari 2006 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door voor bepaalde projecten buiten specialebeschermingszones in de zin van artikel 4, lid 1, van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, geen beoordeling van de gevolgen voor het gebied overeenkomstig artikel 6, leden 3 en 4, van deze richtlijn voor te schrijven, ongeacht de vraag of deze projecten significante gevolgen kunnen hebben voor een specialebeschermingszone;

    door emissies in een specialebeschermingszone toe te staan, ongeacht de vraag of deze significante gevolgen kunnen hebben voor dit gebied;

    door bepaalde onopzettelijke verstoringen van beschermde dieren uit te sluiten van de werkingssfeer van de bepalingen inzake de soortenbescherming;

    door niet te waarborgen dat de in artikel 16 van richtlijn 92/43 neergelegde voorwaarden voor afwijking worden nageleefd voor bepaalde met de instandhouding van het gebied verenigbare handelingen;

    door in haar wetgeving op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen onvoldoende rekening te houden met de soortenbescherming, en

    door er niet op toe te zien dat de bepalingen van de visserijwetgeving voldoende vangstverboden bevatten,

    is de Bondsrepubliek Duitsland de krachtens artikel 6, lid 3, en de artikelen 12, 13 en 16 van richtlijn 92/43 op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Bondsrepubliek Duitsland wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 146 van 21.6.2003.


    Top