Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/036/14

    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 december 2005 in zaak C-33/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg (Niet-nakoming — Telecommunicatiesector — Richtlijn 97/33/EG — Artikel 7, lid 5 — Verplichting tot controle van overeenstemming van kostenberekeningssystemen door onafhankelijk bevoegd lichaam en tot publicatie van overeenstemmingsverklaring — Richtlijn 98/10/EG — Artikel 18, leden 1 en 2 — Geen correcte toepassing van maatregelen betreffende controle van overeenstemming van kostenberekeningssysteem door nationale regelgevende instantie en betreffende jaarlijkse publicatie van overeenstemmingsverklaring — Ontvankelijkheid — Procesbelang — Precontentieuze procedure — Rechten van verdediging — Richtlijnen 2002/19/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG — Overgangsbepalingen — Nalaten van lidstaten om gedurende termijn voor uitvoering van richtlijn maatregelen te nemen die door deze richtlijn voorgeschreven resultaat ernstig in gevaar kunnen brengen — Referentie-interconnectieaanbiedingen)

    PB C 36 van 11.2.2006, p. 8–9 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.2.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 36/8


    ARREST VAN HET HOF

    (Tweede kamer)

    van 8 december 2005

    in zaak C-33/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg (1)

    (Niet-nakoming - Telecommunicatiesector - Richtlijn 97/33/EG - Artikel 7, lid 5 - Verplichting tot controle van overeenstemming van kostenberekeningssystemen door onafhankelijk bevoegd lichaam en tot publicatie van overeenstemmingsverklaring - Richtlijn 98/10/EG - Artikel 18, leden 1 en 2 - Geen correcte toepassing van maatregelen betreffende controle van overeenstemming van kostenberekeningssysteem door nationale regelgevende instantie en betreffende jaarlijkse publicatie van overeenstemmingsverklaring - Ontvankelijkheid - Procesbelang - Precontentieuze procedure - Rechten van verdediging - Richtlijnen 2002/19/EG, 2002/21/EG en 2002/22/EG - Overgangsbepalingen - Nalaten van lidstaten om gedurende termijn voor uitvoering van richtlijn maatregelen te nemen die door deze richtlijn voorgeschreven resultaat ernstig in gevaar kunnen brengen - Referentie-interconnectieaanbiedingen)

    (2006/C 36/14)

    Procestaal: Frans

    In zaak C-33/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 29 januari 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: W. Wils en M Shotter) tegen Groothertogdom Luxemburg (gemachtigden: M. Thill en S. Schreiner, bijgestaan door A. Verheyden en F. Bimont, avocats), heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, R. Silva de Lapuerta, P. Kūris, G. Arestis (rapporteur) en J. Klučka, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: H. von Holstein, adjunct-griffier, op 8 december 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door voor 1998 en 1999 niet te hebben voldaan aan de verplichtingen tot controle van de overeenstemming van de kostenberekeningssystemen door een onafhankelijk bevoegd lichaam en tot publicatie van een overeenstemmingsverklaring, overeenkomstig artikel 7, lid 5, van richtlijn 97/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 inzake interconnectie op telecommunicatiegebied, wat betreft de waarborging van de universele dienst en van de interoperabiliteit door toepassing van de beginselen van Open Network Provision (ONP), en door voor 2000 in de praktijk niet correct toepassing te hebben gemaakt van de maatregelen betreffende de controle van de overeenstemming van het kostenberekeningssysteem door de nationale regelgevende instantie of een ander bevoegd lichaam dat onafhankelijk is van de telecommunicatieorganisatie en door deze regelgevende instantie is erkend, overeenkomstig artikel 18, leden 1 en 2, van richtlijn 98/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 1998 inzake de toepassing van Open Network Provision (ONP) op spraaktelefonie en inzake de universele telecommunicatiedienst in een door concurrentie gekenmerkt klimaat, zoals gehandhaafd bij artikel 27 van richtlijn 2002/21/EG van het Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische-communicatienetwerken en diensten (Kaderrichtlijn), juncto artikel 16 van richtlijn 2002/22/EG van het Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en diensten (Universeledienstrichtlijn), is het Groothertogdom Luxemburg de krachtens deze bepalingen op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    De Commissie van de Europese Gemeenschappen en het Groothertogdom Luxemburg zullen hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 71 van 23.3.2004.


    Top