EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/022/29

Zaak T-400/05: Beroep ingesteld op 2 november 2005 — T tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

PB C 22 van 28.1.2006, p. 15–15 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

28.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 22/15


Beroep ingesteld op 2 november 2005 — T tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-400/05)

(2006/C 22/29)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekster: T (Brussel, België) (vertegenwoordigers: S. Rodrigues en Y. Minatchy, advocaten)

Verweerster: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies van verzoekster

voor zoveel nodig, nietig te verklaren het besluit van de Commissie van 20 juli 2005, houdende afwijzing van de door verzoekster op 10 februari 2005 en 21 maart 2005 ingediende klachten tegen het besluit van de Commissie betreffende het verlies van zijn verlofdagen over 2004 en tegen het besluit van de Commissie om verzoeksters afwezigheden sinds 15 november 2004 als onregelmatig aan te merken;

vast te stellen dat de Europese Gemeenschap aansprakelijk is wegens het bestreden besluit;

verzoekster voor de schade die zij heeft geleden een vergoeding toe te kennen ten bedrage van 58 395,39 EUR;

verweerster te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster, voormalig ambtenaar van de Commissie, is op 1 september 2005 met pensioen gegaan. Met haar beroep komt zij op tegen het besluit van verweerster dat sommige van haar afwezigheden in 2004 als onregelmatig waren aan te merken en in mindering moesten worden gebracht op haar vakantieverlof en haar salaris. Ter ondersteuning van haar beroep voert zij schending aan van de motiveringsplicht, van de beginselen van gelijke behandeling en behoorlijk bestuur en van de zorgplicht.

Verzoekster voert voorts schending aan van artikel 59 van het Statuut, voor zover zij beschikt over medische attesten voor de betrokken periodes van afwezigheid. Bovendien beroept zij zich op schending van artikel 57 van het Statuut en van bijlage V daarbij, betreffende het vakantieverlof, kennelijk onjuiste beoordeling en misbruik van bevoegdheid.

Verzoekster concludeert tevens tot vergoeding van de zowel materiële als immateriële schade, die zij stelt te hebben geleden als gevolg van verweersters gedrag.


Top