Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2006/010/10

Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 6 oktober 2005 in zaak C-328/04 (verzoek van de Fővárosí Bíróság om een prejudiciële beslissing): strafzaak tegen Atilla Vajnai (Verzoek om een prejudiciële beslissing — Uitlegging van het non-discriminatiebeginsel — Nationale bepaling met strafrechtelijk verbod op gebruik in het openbaar van embleem met rode ster met vijf punten — Onbevoegdheid van het Hof)

PB C 10 van 14.1.2006, p. 5–5 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

14.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 10/5


BESCHIKKING VAN HET HOF

(Vierde kamer)

van 6 oktober 2005

in zaak C-328/04 (verzoek van de Fővárosí Bíróság om een prejudiciële beslissing): strafzaak tegen Atilla Vajnai (1)

(Verzoek om een prejudiciële beslissing - Uitlegging van het non-discriminatiebeginsel - Nationale bepaling met strafrechtelijk verbod op gebruik in het openbaar van embleem met rode ster met vijf punten - Onbevoegdheid van het Hof)

(2006/C 10/10)

Procestaal: Hongaars

In zaak C-328/04 betreffende een verzoek van de Fővárosí Bíróság (Hongarije) bij beschikking van 24 juni 2004 om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingekomen bij het Hof op 28 juli 2004, in de strafzaak tegen Atilla Vajnai, heeft het Hof (Vierde kamer), samengesteld als volgt: K. Lenaerts, kamerpresident, K. Schiemann (rapporteur) en E. Juhász, rechters, advocaat-generaal: C. Stix-Hackl, griffier: R. Grass, op 6 oktober 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:

Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is kennelijk onbevoegd om te antwoorden op de bij beschikking van 24 juni 2004 door de Fővárosí Bíróság (Hongarije) gestelde vraag.


(1)  PB C 262 van 23.10.2004.


Top