Verzoek van het Finanzgericht Münster van 5 juli 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Columbus Container Services B.V.B.A & Co. en Finanzamt Bielefeld-Innenstadt

(Zaak C-298/05)

(2005/C 271/25)

Procestaal: Duits

Het Finanzgericht Münster heeft bij beschikking van 5 juli 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 26 juli 2005, in het geding tussen Columbus Container Services B.V.B.A & Co. en Finanzamt Bielefeld-Innenstadt, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

Staan artikel 52 EG-Verdrag (thans artikel 43 EG) en de artikelen 73 B, 73 C en 73 D EG-Verdrag (thans artikelen 56, 57 en 58 EG) eraan in de weg dat § 20, leden 2 en 3, Aussensteuergesetz (AStG), in de versie van het Missbrauchsbekämpfungs- und Steuerbereinigungsgesetz van 21.12.1993 (BGBl 1993 I, blz. 2310), de inkomsten met het karakter van een kapitaalinvestering in de buitenlandse inrichting van een in Duitsland onbeperkt belastingplichtige, die als „Zwischeneinkünfte” aan belasting onderworpen zouden zijn indien de inrichting een buitenlandse vennootschap was, in strijd met de overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Bondsrepubliek Duitsland tot voorkoming van dubbele belasting van 11 april 1967, niet door vrijstelling van de Duitse belasting, maar door verrekening van de over de inkomsten geheven buitenlandse winstbelasting, van de dubbele belasting bevrijdt?