Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/271/11

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 8 september 2005 in de gevoegde zaken C-544/03 en C-545/03 (verzoeken van de Raad van State om een prejudiciële beslissing): Mobistar NV tegen Commune de Fléron en Belgacom Mobile NV tegen Gemeente Schaarbeek (Artikel 59 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 49 EG) — Telecommunicatiediensten — Richtlijn 90/388/EEG — Artikel 3 quater — Opheffing van alle beperkingen — Gemeentebelastingen op pylonen, masten en antennes voor GSM-ontvangst)

    PB C 271 van 29.10.2005, p. 6–6 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    29.10.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 271/6


    ARREST VAN HET HOF

    (Eerste kamer)

    van 8 september 2005

    in de gevoegde zaken C-544/03 en C-545/03 (verzoeken van de Raad van State om een prejudiciële beslissing): Mobistar NV tegen Commune de Fléron en Belgacom Mobile NV tegen Gemeente Schaarbeek (1)

    (Artikel 59 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 49 EG) - Telecommunicatiediensten - Richtlijn 90/388/EEG - Artikel 3 quater - Opheffing van alle beperkingen - Gemeentebelastingen op pylonen, masten en antennes voor GSM-ontvangst)

    (2005/C 271/11)

    Procestaal: Frans

    In de gevoegde zaken C-544/03 en C-545/03, betreffende verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Raad van State (België) bij beslissingen van 8 december 2003, ingekomen bij het Hof op 23 december 2003, in de procedures Mobistar NV (C-544/03) tegen Commune de Fléron, en Belgacom Mobile NV (C-545/03) tegen Gemeente Schaarbeek, heeft het Hof (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, K. Lenaerts, N. Colneric (rapporteur), E. Juhász en M. Ilešič, rechters; advocaat-generaal: P. Léger; griffier: M.-F. Contet, hoofdadministrateur, op 8 september 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Artikel 59 EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 49 EG) dient aldus te worden uitgelegd dat het er zich niet tegen verzet dat een nationale autoriteit of een plaatselijke overheid bij reglement een belasting instelt op de infrastructuur voor mobiele en persoonlijke communicatie die bij de exploitatie van de in de vergunningen en machtigingen bepaalde werkzaamheden wordt gebruikt, die zonder onderscheid van toepassing is op binnenlandse dienstverrichters en dienstverrichters uit andere lidstaten, en die het verrichten van diensten binnen één lidstaat en het verrichten van diensten tussen lidstaten gelijkelijk raakt.

    2)

    Maatregelen van fiscale aard die van toepassing zijn op infrastructuur voor mobiele communicatie vallen niet onder artikel 3 quater van richtlijn 90/388/EEG van de Commissie van 28 juni 1990 betreffende de mededinging op de markten voor telecommunicatiediensten, zoals gewijzigd, met betrekking tot de invoering van volledige mededinging op de markten voor telecommunicatie, bij richtlijn 96/19/EG van de Commissie van 13 maart 1996, tenzij die maatregelen rechtstreeks of onrechtstreeks exploitanten die over bijzondere of uitsluitende rechten beschikken of hebben beschikt, bevoordelen ten nadele van nieuwe exploitanten, en zij de mededingingssituatie merkbaar aantasten.


    (1)  PB C 47 van 21.2.2004.


    Top