Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/243/20

    Zaak C-312/05 P: Hogere voorziening, op 8 augustus 2005 ingesteld door TeleTech Holdings, Inc. tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 25 mei 2005 in zaak T-288/03, TeleTech Holdings, Inc. tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (interveniënte: Teletech International, S.A.)

    PB C 243 van 1.10.2005, p. 12–12 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    1.10.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 243/12


    Hogere voorziening, op 8 augustus 2005 ingesteld door TeleTech Holdings, Inc. tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 25 mei 2005 in zaak T-288/03, TeleTech Holdings, Inc. tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (interveniënte: Teletech International, S.A.)

    (Zaak C-312/05 P)

    (2005/C 243/20)

    Procestaal: Spaans

    Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 8 augustus 2005 hogere voorziening ingesteld door TeleTech Holdings, Inc, vertegenwoordigd door E. Armijo Chávarri en A. Castán Pérez-Gómez, advocaten, tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 25 mei 2005 in zaak T-288/03, TeleTech Holdings, Inc. tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (interveniënte: Teletech International, S.A.).

    Rekwirante concludeert dat het den Hove behage, het bestreden arrest te vernietigen en haar vorderingen toe te wijzen.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De hogere voorziening is gebaseerd op twee grieven:

    De eerste grief neemt als uitgangspunt dat het Gerecht van eerste aanleg artikel 52 van verordening nr. 40/94 (1) (juncto artikel 8, lid 1, sub b, van deze verordening) heeft geschonden door deze bepaling verkeerd uit te leggen in strijd met het beginsel van coëxistentie en gelijkwaardigheid van nationale merken en gemeenschapsmerken. Tevens wordt hierbij aangevoerd dat door verkeerde uitlegging artikel 74 van verordening nr. 40/94 en de rechten van de verdediging van rekwirante zijn geschonden.

    Als tweede grief wordt aangevoerd dat het Gerecht van eerste aanleg artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 verkeerd heeft uitgelegd door het criterium van de perceptie van het relevante publiek voor de beoordeling van het gevaar van verwarring van de twee conflicterende merken onjuist toe te passen.


    (1)  Verordening nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB 1994, L 11, blz. 1).


    Top