Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/243/15

    Zaak C-305/05: Verzoek van het Arbitragehof (België) van 13 juli 2005 om een prejudiciële beslissing in de gedingen, Orde van Franstalige en Duitstalige balies en Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel, tegen Ministerraad, en Orde van Vlaamse balies en Nederlandse Orde van advocaten bij de balie te Brussel tegen Ministerraad

    PB C 243 van 1.10.2005, p. 10–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    1.10.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 243/10


    Verzoek van het Arbitragehof (België) van 13 juli 2005 om een prejudiciële beslissing in de gedingen, Orde van Franstalige en Duitstalige balies en Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel, tegen Ministerraad, en Orde van Vlaamse balies en Nederlandse Orde van advocaten bij de balie te Brussel tegen Ministerraad

    (Zaak C-305/05)

    (2005/C 243/15)

    Procestaal: Frans

    Het Arbitragehof (België) heeft bij beschikking van 13 juli 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 29 juli 2005, in de gedingen, Orde van Franstalige en Duitstalige balies en Franse Orde van advocaten bij de balie te Brussel, tegen Ministerraad, en Orde van Vlaamse balies en Nederlandse Orde van advocaten bij de balie te Brussel tegen Ministerraad, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

    „Schendt artikel 1, 2), van de richtlijn 2001/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2001 tot wijziging van richtlijn 91/308/EEG van de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld (1), het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd bij artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en bijgevolg artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in zoverre het nieuwe artikel 2bis, 5), dat het heeft ingevoegd in de richtlijn 91/308/EEG, voorziet in de opname van onafhankelijke beoefenaars van juridische beroepen, zonder het beroep van advocaat uit te sluiten, in de werkingssfeer van diezelfde richtlijn, die, in essentie, tot doel heeft dat aan de daarin beoogde personen en instellingen een verplichting wordt opgelegd de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van het witwassen van geld op de hoogte te brengen van elk feit dat zou kunnen wijzen op een dergelijk witwassen (artikel 6 van richtlijn 91/308/EEG, vervangen bij artikel 1, 5), van richtlijn 2001/97/EG)?”


    (1)  PB L 344, van 28.12.2001, blz. 76.


    Top