Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/229/78

    Zaak T-292/05: Beroep, op 26 juli 2005 ingesteld door Maria Johansen tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

    PB C 229 van 17.9.2005, p. 37–38 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    17.9.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 229/37


    Beroep, op 26 juli 2005 ingesteld door Maria Johansen tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-292/05)

    (2005/C 229/78)

    Procestaal: Frans

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 26 juli 2005 beroep ingesteld tegen Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen door Maria Johansen, wonende te Luxemburg, vertegenwoordigd door S. Rodrigues en A. Jaume, advocaten.

    Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

    primair, nietig te verklaren het besluit van het tot aanstelling bevoegd gezag (TABG) van 21 april 2005 houdende afwijzing van haar klacht, samen met het door het TABG op 27 oktober 2004 vastgestelde aanstellingsbesluit voorzover zij daarbij in de rang en de salaristrap is ingedeeld met toepassing van, respectievelijk, artikel 12, lid 3, van bijlage XIII bij het Statuut en artikel 32 van het huidige Statuut;

    aan te geven welke gevolgen de nietigverklaring van de bestreden besluiten voor het TABG meebrengt, inzonderheid indeling van verzoekster in de rang A*10, salaristrap 4, met terugwerkende kracht tot 1 juni 2004, de datum van inwerkingtreding van het aanstellingsbesluit van 27 oktober 2004;

    subsidiair, de Commissie te veroordelen tot vergoeding van de schade die verzoekster heeft geleden door het feit dat zij niet vanaf 1 juni 2004, de datum van inwerkingtreding van het aanstellingsbesluit van 27 oktober 2004, in de rang A*10, salaristrap 4, is ingedeeld;

    verweerster te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De door verzoekster aangevoerde middelen en voornaamste argumenten zijn dezelfde als die welke zijn aangevoerd in zaak T-58/05, Centeno Mediavilla e.a./Commissie (1).


    (1)  PB C 93, van 16.4.2005, blz. 38.


    Top