Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/217/27

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 mei 2005 in zaak C-465/03 (verzoek van de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Linz, om een prejudiciële beslissing): Kretztechnik AG tegen Finanzamt Linz (Zesde BTW-richtlijn — Diensten onder bezwarende titel — Uitgifte van aandelen — Beursintroductie van vennootschap — Aftrek van BTW)

    PB C 217 van 3.9.2005, p. 14–15 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    3.9.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 217/14


    ARREST VAN HET HOF

    (Eerste kamer)

    van 26 mei 2005

    in zaak C-465/03 (verzoek van de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Linz, om een prejudiciële beslissing): Kretztechnik AG tegen Finanzamt Linz (1)

    (Zesde BTW-richtlijn - Diensten onder bezwarende titel - Uitgifte van aandelen - Beursintroductie van vennootschap - Aftrek van BTW)

    (2005/C 217/27)

    Procestaal: Duits

    In zaak C-465/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Unabhängige Finanzsenat, Außenstelle Linz (Oostenrijk), bij beslissing van 20 oktober 2003, ingekomen bij het Hof op 5 november 2003, in de procedure Kretztechnik AG tegen Finanzamt Linz, heeft het Hof (Eerste kamer), samengesteld als volgt: P. Jann, kamerpresident, K. Lenaerts (rapporteur), J. N. Cunha Rodrigues, M. Ilešič en E. Levits, rechters; advocaat-generaal: F. G. Jacobs; griffier: M.-F. Contet, hoofdadministrateur, op 26 mei 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    De uitgifte van nieuwe aandelen is geen handeling die binnen de werkingssfeer valt van artikel 2, punt 1, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag, zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7/EG van de Raad van 10 april 1995.

    2)

    Krachtens artikel 17, leden 1 en 2, van de Zesde richtlijn (77/388), zoals gewijzigd bij richtlijn 95/7, bestaat een recht op aftrek van alle BTW die drukt op de door een belastingplichtige gemaakte kosten voor de verschillende diensten die hij in het kader van een aandelenuitgifte heeft laten verrichten, voorzover alle handelingen van die belastingplichtige in het kader van zijn bedrijfsactiviteit, belaste handelingen zijn.


    (1)  PB C 47 van 21.2.2004.


    Top