Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/217/06

    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 12 juli 2005 in zaak C-304/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek (Niet-nakoming — Visserij — Controleverplichtingen ten laste van lidstaten — Arrest van Hof waarbij niet-nakoming is vastgesteld — Niet-uitvoering — Artikel 228 EG — Betaling van forfaitaire som — Betaling van dwangsom)

    PB C 217 van 3.9.2005, p. 3–4 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    3.9.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 217/3


    ARREST VAN HET HOF

    (Grote kamer)

    van 12 juli 2005

    in zaak C-304/02: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Franse Republiek (1)

    (Niet-nakoming - Visserij - Controleverplichtingen ten laste van lidstaten - Arrest van Hof waarbij niet-nakoming is vastgesteld - Niet-uitvoering - Artikel 228 EG - Betaling van forfaitaire som - Betaling van dwangsom)

    (2005/C 217/06)

    Procestaal: Frans

    In zaak C-304/02, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 228 EG, ingesteld op 27 augustus 2002, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: M. Nolin, H. van Lier en T. van Rijn) tegen Franse Republiek (gemachtigden: G. de Bergues en A. Colomb), heeft het Hof (Grote kamer), samengesteld als volgt: V. Skouris, president, P. Jann (rapporteur) en C. W. A. Timmermans, kamerpresidenten, C. Gulmann, J.-P. Puissochet, R. Schintgen, N. Colneric, S. von Bahr en J. N. Cunha Rodrigues, rechters; advocaat-generaal: L. A. Geelhoed; griffier: M. Múgica Arzamendi, hoofdadministrateur, vervolgens M.-F. Contet, hoofdadministrateur, en H. v. Holstein, adjunct-griffier, op 12 juli 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door niet te zorgen voor een controle op de visserijactiviteiten die in overeenstemming was met de in de communautaire bepalingen gestelde eisen, en

    door niet te zorgen voor vervolging van overtredingen van de visserijvoorschriften overeenkomstig de in de communautaire bepalingen gestelde eisen,

    heeft de Franse Republiek niet alle maatregelen getroffen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het arrest van 11 juni 1991, Commissie/Frankrijk (C-64/88), en dus niet voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 228 EG.

    2)

    De Franse Republiek wordt veroordeeld tot betaling aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen van een dwangsom van 57 761 250 EUR op de rekening „Eigen middelen van de Europese Gemeenschap” voor elke periode van zes maanden te rekenen vanaf de uitspraak van dit arrest, zolang bovengenoemd arrest van 11 juni 1991, Commissie/Frankrijk, nog niet volledig is uitgevoerd.

    3)

    De Franse Republiek wordt veroordeeld tot betaling aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen van een forfaitaire som van 20 000 000 EUR op de rekening „Eigen middelen van de Europese Gemeenschap”.

    4)

    De Franse Republiek wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 247 van 12.10.2002.


    Top