Access to European Union law
<a href="https://eur-lex.europa.eu/content/help/eurlex-content/experimental-features.html" target="_blank">More about the experimental features corner</a>
Choose the experimental features you want to try
EUR-Lex
Access to European Union law

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

You are here
Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search

Document C2005/182/77

    Zaak T-191/05: Beroep, op 10 mei 2005 ingesteld door Viviane Le Maire tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 182 van 23.7.2005, p. 41–41 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    23.7.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/41

    Beroep, op 10 mei 2005 ingesteld door Viviane Le Maire tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    (Zaak T-191/05)

    (2005/C 182/77)

    Procestaal: Frans

    Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 10 mei 2005 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Viviane Le Maire, wonende te Evere (België), vertegenwoordigd door G. Bounéou en F. Frabetti, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

    Verzoekster concludeert dat het het Gerecht behage:

    1.

    nietig te verklaren, het stilzwijgend besluit van 5 september 2004, waarbij de Commissie weigert verzoekster na haar indiensttreding dagvergoedingen toe te kennen;

    2.

    de Commissie te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Verzoekster in de onderhavige procedure komt op tegen de weigering van het tot aanstelling bevoegde gezag om haar de dagvergoedingen van artikel 10 van bijlage VII bij het Statuut toe te kennen. Blijkens de bij het verzoekschrift gevoegde stukken is deze weigering ingegeven door het feit dat de periode van 120 dagen als bedoeld in lid 2, sub a, van deze bepaling in casu verstreken is.

    Tot staving van haar vordering voert verzoekster aan:

    —

    schending van artikel 10 van bijlage VII bij het Statuut, in de versies van vóór en na 1 mei 2004, voorzover de administratie te haren aanzien vereisten heeft gesteld waarin deze bepaling niet voorziet;

    —

    schending van de beginselen van behoorlijk bestuur, verbod van willekeur en van misbruik van bevoegdheid, doordat van verzoekster overlegging wordt verlangd van het bewijs dat zij een huis huurt;

    —

    schending van de motiveringsplicht;

    —

    schending van de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie;

    —

    schending van de zorgplicht.
    Top