This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/182/68
Order of the Court of First Instance of 28 February 2005 in Case T-445/04 Energy Technologies ET S.A. v Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) (OHIM) (Community trade mark — Representation by a lawyer — Manifest inadmissibility)
Beschikking van het Gerecht van Eerste Aanleg van 28 februari 2005 in zaak T-445/04, Energy Technologies ET SA tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (Gemeenschapsmerk — Vertegenwoordiging door advocaat — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Beschikking van het Gerecht van Eerste Aanleg van 28 februari 2005 in zaak T-445/04, Energy Technologies ET SA tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (Gemeenschapsmerk — Vertegenwoordiging door advocaat — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
PB C 182 van 23.7.2005, p. 36–36
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
23.7.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 182/36 |
BESCHIKKING VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 28 februari 2005
in zaak T-445/04, Energy Technologies ET SA tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (1)
(Gemeenschapsmerk - Vertegenwoordiging door advocaat - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
(2005/C 182/68)
Procestaal: Engels
In zaak T-445/04, Energy Technologies ET SA, gevestigd te Fribourg (Zwitserland), vertegenwoordigd door A. Boman, tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM); andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het BHIM: Aparellaje eléctrico, SL, gevestigd te Hospitalet de Llobregat (Spanje), betreffende een beroep tot vernietiging van de beslissing van de vierde kamer van beroep van het BHIM van 7 juli 2004 (zaak R 366/2002-4) met betrekking tot een aanvraag tot inschrijving van het woordmerk UNEX als gemeenschapsmerk, heeft het Gerecht (Vierde kamer), samengesteld als volgt: H. Legal, kamerpresident, P. Mengozzi en I. Wiszniewska-Białecka, rechters; griffier: H. Jung, op 28 februari 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Het beroep wordt verworpen wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. |
2) |
Verzoekster zal haar eigen kosten dragen. |