Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/182/32

    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 26 mei 2005 in zaak C-287/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Zweden (Niet-nakoming — Richtlijn 93/104/EG — Organisatie van de arbeidstijd — Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

    PB C 182 van 23.7.2005, p. 17–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    23.7.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/17


    ARREST VAN HET HOF

    (Zesde kamer)

    van 26 mei 2005

    in zaak C-287/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Zweden (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 93/104/EG - Organisatie van de arbeidstijd - Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

    (2005/C 182/32)

    Procestaal: Zweeds

    In zaak C-287/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 5 juli 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: L. Ström van Lier en N. Yerrel) tegen Koninkrijk Zweden (gemachtigde: A. Kruse), heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: A. Borg Barthet (rapporteur), kamerpresident, U. Lõhmus en A. Ó Caoimh, rechters; advocaat-generaal: M. Poiares Maduro; griffier: R. Grass, op 26 mei 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om uitvoering te geven aan de artikelen 3, 6 en 8 van richtlijn 93/104/EG van de Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, is het Koninkrijk Zweden de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

    2)

    Het Koninkrijk Zweden wordt in de kosten verwezen.


    (1)  PB C 228 van 11.9.2004.


    Top