EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/155/38

Beschikking van het Gerecht van Eerste Aanleg van 10 maart 2005 in zaak T-273/00, Unione degli industriali della provincia di Venezia (Unindustria) e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Staatssteun — Beschikking van Commissie houdende vaststelling dat onrechtmatige staatssteun onverenigbaar is met gemeenschappelijke markt en houdende bevel tot terugvordering van onverenigbare steun — Uitsluiting van nationale terugvorderingsprocedure — Beroep tot nietigverklaring — Ontbreken procesbelang — Niet-ontvankelijkheid)

PB C 155 van 25.6.2005, p. 19–20 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

25.6.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 155/19


BESCHIKKING VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 10 maart 2005

in zaak T-273/00, Unione degli industriali della provincia di Venezia (Unindustria) e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

(Staatssteun - Beschikking van Commissie houdende vaststelling dat onrechtmatige staatssteun onverenigbaar is met gemeenschappelijke markt en houdende bevel tot terugvordering van onverenigbare steun - Uitsluiting van nationale terugvorderingsprocedure - Beroep tot nietigverklaring - Ontbreken procesbelang - Niet-ontvankelijkheid)

(2005/C 155/38)

Procestaal: Italiaans

In zaak T-273/00, Unione degli industriali della provincia di Venezia (Unindustria), Comitato Venezia Vuole Vivere, Mingardi Srl en de twaalf andere op de lijst in bijlage bij de beschikking vermelde verzoekers, alle gevestigd te Venetië (Italië), vertegenwoordigd door A. Vianello, M. Merola en A. Sodano, advocaten, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, ondersteund door Italiaanse Republiek (gemachtigde: U. Leanza, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: V. Di Bucci, bijgestaan door A. Dal Ferro, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende een beroep tot nietigverklaring van beschikking 2000/394/EG van de Commissie van 25 november 1999 betreffende de steunmaatregelen ten behoeve van de ondernemingen op het grondgebied van Venetië en Chioggia zoals bedoeld in wetten nr. 30/1997 en nr. 206/1995 houdende verlagingen van sociale bijdragen (PB 2000, L 150, blz. 50), heeft het Gerecht (Tweede kamer uitgebreid), samengesteld als volgt: J. Pirrung, kamerpresident, A. W. H. Meij, N. J. Forwood, I. Pelikánová, S. Papasavvas, rechters; griffier: H. Jung, op 10 maart 2005 een beschikking gegeven waarvan het dictum luidt als volgt

1

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard voorzover het is ingesteld door Mingardi Srl en Marsilio Editori SpA.

2

Mingardi Srl en Marsilio Editori SpA zullen hun eigen kosten dragen.

3

De Commissie zal de kosten dragen die zij tot op heden in verband met het beroep heeft gemaakt voorzover dit is ingesteld door Mingardi Srl en Marsilio Editori SpA.

4

De Italiaanse Republiek zal de kosten dragen die zij tot op heden in verband met het beroep heeft gemaakt voorzover dit is ingesteld door Mingardi Srl en Marsilio Editori SpA.

5

De beslissing omtrent de kosten wordt voor het overige aangehouden.


(1)  PB C 355, van 9.12.2000.


Top