This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/143/36
Case C-146/05: Reference for a preliminary ruling from the Bundesfinanzhof by order of that court of 10 February 2005 in the case of Albert Collée, as full legal successor to Collée KG v Finanzamt Limburg a.d. Lahn
Zaak C-146/05: Verzoek van het Bundesfinanzhof van 10 februari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Albert Collée als rechtsopvolger van Collée KG en Finanzamt Limburg a.d. Lahn
Zaak C-146/05: Verzoek van het Bundesfinanzhof van 10 februari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Albert Collée als rechtsopvolger van Collée KG en Finanzamt Limburg a.d. Lahn
PB C 143 van 11.6.2005, p. 25–25
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
11.6.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 143/25 |
Verzoek van het Bundesfinanzhof van 10 februari 2005 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Albert Collée als rechtsopvolger van Collée KG en Finanzamt Limburg a.d. Lahn
(Zaak C-146/05)
(2005/C 143/36)
Procestaal: Duits
Het Bundesfinanzhof heeft bij beschikking van 10 februari 2005, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 1 april 2005, in het geding tussen Albert Collée als rechtsopvolger van Collée KG en Finanzamt Limburg a.d. Lahn, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:
1. |
Mag de belastingdienst weigeren een intracommunautaire levering, waarvan zonder twijfel sprake is, vrij te stellen van belasting, enkel omdat de belastingplichtige het daarvoor vereiste boekhoudkundige bewijs niet tijdig heeft geleverd? |
2. |
Is het voor de beantwoording van deze vraag van belang, of de belastingplichtige het feit dat een intracommunautaire levering heeft plaatsgevonden aanvankelijk bewust heeft achtergehouden? |