This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/106/37
Case C-102/05: Reference for a preliminary ruling from the Regeringsrätten by order of that court of 15 October 2004 in Skatteverket v A and B
Zaak C-102/05: Verzoek van Regeringsrätten van 15 oktober 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Skatteverket en A en B
Zaak C-102/05: Verzoek van Regeringsrätten van 15 oktober 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Skatteverket en A en B
PB C 106 van 30.4.2005, p. 19–19
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
30.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 106/19 |
Verzoek van Regeringsrätten van 15 oktober 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen Skatteverket en A en B
(Zaak C-102/05)
(2005/C 106/37)
Procestaal: Zweeds
Regeringsrätten heeft bij beschikking van 15 oktober 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 28 februari 2005, in het geding tussen Skatteverket en A en B, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vragen:
1) |
Staan de verdragsbepalingen inzake het vrije kapitaalverkeer tussen lidstaten en een derde land eraan in de weg, dat in een situatie als de onderhavige A en B voor van X ontvangen dividenden ongunstiger worden belast omdat Y, de dochtervennootschap van X, in Rusland en niet in Zweden een activiteit uitoefent? |
2) |
Maakt het verschil of A en B vóór dan wel na het begin of de wijziging van de activiteit in Rusland aandelen in X hebben verworven? |