Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2005/093/51

Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 15 februari 2005 in zaak T-296/02, Lidl Stiftung & Co. KG tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (Gemeenschapsmerk — Oppositie — Verwarringsgevaar — Aanvraag tot inschrijving van communautair woordmerk LINDENHOF — Ouder woord- en beeldmerk LINDERHOF — Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94)

PB C 93 van 16.4.2005, p. 26–26 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

16.4.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/26


ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

van 15 februari 2005

in zaak T-296/02, Lidl Stiftung & Co. KG tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (1)

(Gemeenschapsmerk - Oppositie - Verwarringsgevaar - Aanvraag tot inschrijving van communautair woordmerk LINDENHOF - Ouder woord- en beeldmerk LINDERHOF - Artikel 8, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94)

(2005/C 93/51)

Procestaal: Duits

In zaak T-296/02, Lidl Stiftung & Co. KG, gevestigd te Neckarsulm (Duitsland), vertegenwoordigd door P. Groß, advocaat, tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM), (gemachtigden: A. von Mühlendahl, B. Müller en G. Schneider), andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het BHIM, interveniënte voor het Gerecht: REWE-Zentral AG, gevestigd te Keulen (Duitsland), vertegenwoordigd door M. Kinkeldey, advocaat, betreffende een beroep tegen de beslissing van de derde kamer van beroep van het BHIM van 17 juli 2002 (zaak R 0036/2002-3) inzake een oppositieprocedure tussen Lidl Stiftung & Co. KG en REWE-Zentral AG, heeft het Gerecht (Tweede kamer), samengesteld als volgt: J. Pirrung, kamerpresident, A. W. H. Meij en N. J. Forwood, rechters; griffier: I. Natsinas, administrateur, op 15 februari 2005 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1.

Het beroep wordt verworpen.

2.

Verzoekster wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 289 van 23.11.2002.


Top