This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/082/26
Case C-32/05: Action brought on 31 January 2005 by the Commission of the European Communities against the Grand Duchy of Luxembourg
Zaak C-32/05: Beroep, op 31 januari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg
Zaak C-32/05: Beroep, op 31 januari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg
PB C 82 van 2.4.2005, p. 12–13
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
2.4.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 82/12 |
Beroep, op 31 januari 2005 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Groothertogdom Luxemburg
(Zaak C-32/05)
(2005/C 82/26)
Procestaal: Frans
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 31 januari 2005 beroep ingesteld tegen Groothertogdom Luxemburg door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door S. Pardo Quintillán en J. Hottiaux als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.
De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:
1. |
vast te stellen dat het Groothertogdom Luxemburg, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (1), althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
2. |
het Groothertogdom Luxemburg te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De termijn voor omzetting van de richtlijn in nationaal recht is op 22 december 2003 verstreken.
(1) PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1.