This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2005/006/68
Judgment of the Court of First Instance of 28 October 2004 in Case T-76/03 Herbert Meister against Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) (OHIM) (Officials — Reassignment of a head of service — Interest of the service — Equivalence of posts — Right to freedom of expression — Duty to have regard for the interests of officials — Statement of reasons — Right to be heard — Non-contractual liability)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 28 oktober 2004 in zaak T-76/03, Herbert Meister tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (Ambtenaren — Nieuwe tewerkstelling van afdelingshoofd — Dienstbelang — Gelijkwaardigheid van ambten — Vrijheid van meningsuiting — Zorgplicht — Motivering — Recht te worden gehoord — Niet-contractuele aansprakelijkheid)
Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 28 oktober 2004 in zaak T-76/03, Herbert Meister tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (Ambtenaren — Nieuwe tewerkstelling van afdelingshoofd — Dienstbelang — Gelijkwaardigheid van ambten — Vrijheid van meningsuiting — Zorgplicht — Motivering — Recht te worden gehoord — Niet-contractuele aansprakelijkheid)
PB C 6 van 8.1.2005, p. 35–35
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
8.1.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 6/35 |
ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG
van 28 oktober 2004
in zaak T-76/03, Herbert Meister tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (1)
(Ambtenaren - Nieuwe tewerkstelling van afdelingshoofd - Dienstbelang - Gelijkwaardigheid van ambten - Vrijheid van meningsuiting - Zorgplicht - Motivering - Recht te worden gehoord - Niet-contractuele aansprakelijkheid)
(2005/C 6/68)
Procestaal: Frans
In zaak T-76/03, Herbert Meister, ambtenaar van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen), wonende te Muchamiel (Spanje), vertegenwoordigd door G. Vandersanden, advocaat, tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) (gemachtigde: O. Waelbroeck), betreffende een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van het BHIM PERS-AFFECT-02-30 van 22 april 2002 tot aanstelling van verzoeker, in het belang van de dienst, samen met zijn ambt, als juridisch adviseur bij de ondervoorzitter belast met juridische aangelegenheden, en een vordering tot schadevergoeding, heeft het Gerecht (Derde kamer), samengesteld als volgt: J. Azizi, kamerpresident, M. Jaeger en E. Cremona, rechters; griffier: D. Christensen, administrateur, op 28 oktober 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:
1) |
Het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM) wordt veroordeeld tot betaling aan verzoeker van een bedrag van 5 000 EUR als schadevergoeding wegens een dienstfout. |
2) |
Het beroep wordt verworpen voor het overige. |
3) |
Het BHIM zal zijn eigen kosten en eenvijfde van verzoekers kosten dragen. |
4) |
Verzoeker zal viervijfde van zijn eigen kosten dragen. |