Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/300/75

    Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 30 september 2004 in zaak T-246/02, Albano Ferrer de Moncada tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Ambtenaren — Beoordelingsrapport — Te late opstelling — Vergoeding van geleden schade)

    PB C 300 van 4.12.2004, p. 38–39 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    4.12.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 300/38


    ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

    van 30 september 2004

    in zaak T-246/02, Albano Ferrer de Moncada tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

    (Ambtenaren - Beoordelingsrapport - Te late opstelling - Vergoeding van geleden schade)

    (2004/C 300/75)

    Procestaal: Frans

    In zaak T-246/02, Albano Ferrer de Moncada, ambtenaar van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, wonende te Luxemburg (Groothertogdom Luxemburg), vertegenwoordigd door G. Vandersanden, L. Levi en A. Finchelstein, advocaten, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: C. Berardis-Kayser, bijgestaan door D. Waelbroeck, advocaat, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg), betreffende enerzijds een verzoek tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie houdende stilzwijgende afwijzing van de door verzoeker op 28 augustus 2001 geformuleerde vordering tot vergoeding van de schade die hij door de te late opstelling van de beoordelingsrapporten over de perioden 1995/1997 en 1997/1999 heeft geleden, en, voor zoveel nodig, van het besluit van de Commissie houdende stilzwijgende afwijzing van de door verzoeker op 14 januari 2002 ingediende klacht, en anderzijds een vordering tot vergoeding van de schade die verzoeker door de te late opstelling van die beoordelingsrapporten heeft geleden, heeft het Gerecht (Derde kamer), samengesteld als volgt: J. Azizi, kamerpresident, M. Jaeger en F. Dehousse, rechters; griffier: H. Jung, op 30 september 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    De Commissie wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van 7000 euro aan verzoeker, bovenop de 1 000 euro die de Commissie al heeft toegekend.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    De Commissie wordt verwezen in de kosten.


    (1)  PB C 247 van 12.10.2002.


    Top