This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/284/26
Case C-429/04: Action brought on 30 September 2004 by the Commission of the European Communities against the Kingdom of Belgium
Zaak C-429/04: Beroep, op 30 september 2004 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk België
Zaak C-429/04: Beroep, op 30 september 2004 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk België
PB C 284 van 20.11.2004, p. 13–13
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
20.11.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 284/13 |
Beroep, op 30 september 2004 ingesteld door de Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk België
(Zaak C-429/04)
(2004/C 284/26)
Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 30 september 2004 beroep ingesteld tegen het Koninkrijk België door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door Knut Simonsson en Wouter Wils, als gemachtigden.
Verzoekster concludeert dat het den Hove behage:
1. |
vast te stellen dat het Koninkrijk België, door niet alle nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen te treffen om te voldoen aan Richtlijn 2001/96/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 4 december 2001 betreffende de vaststelling van geharmoniseerde voorschriften en procedures voor veilig laden en lossen van bulkschepen, of althans deze de Commissie niet alle mede te delen, de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
2. |
Het Koninkrijk België in de kosten te verwijzen. |
Middelen en voornaamste argumenten:
De termijn voor de omzetting van de Richtlijn 2001/96/EG is op 5 augustus 2003 verstreken.
(1) PB L 13, van 16 januari 2002, blz. 9–20.