Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/273/21

Zaak C-347/04: Verzoek van het Finanzgericht Köln van 15 juli 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen REWE Zentralfinanz e.G. als volledig rechtsopvolger van ITS Reisen GmbH en Finanzamt Köln-Mitte

PB C 273 van 6.11.2004, p. 10–10 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

6.11.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 273/10


Verzoek van het Finanzgericht Köln van 15 juli 2004 om een prejudiciële beslissing in het geding tussen REWE Zentralfinanz e.G. als volledig rechtsopvolger van ITS Reisen GmbH en Finanzamt Köln-Mitte

(Zaak C-347/04)

(2004/C 273/21)

Het Finanzgericht Köln heeft bij beschikking van 15 juli 2004, ingekomen ter griffie van het Hof van Justitie op 13 augustus 2004, in het geding tussen REWE Zentralfinanz e.G. als volledig rechtsopvolger van ITS Reisen GmbH en Finanzamt Köln-Mitte, het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verzocht om een prejudiciële beslissing over de navolgende vraag:

Moet artikel 52 EG-Verdrag (thans artikel 43 EG) junctis de artikelen 58, 67, 73 en 73B en volgende EG-Verdrag (thans respectievelijk artikelen 48 en 56 en volgende EG) aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling die – zoals § 2a, lid 1, sub 3a, en lid 2, EStG, waarop het hoofdgeding betrekking heeft – de directe belastingverrekening van verliezen uit afschrijvingen op deelnemingen in dochterondernemingen in andere EG-lidstaten beperkt, indien deze dochterondernemingen passieve activiteiten in de zin van de nationale bepaling uitoefenen en/of indien zij actieve activiteiten in de zin van de nationale bepaling enkel via eigen kleindochterondernemingen uitoefenen, terwijl deze beperkingen niet gelden voor afschrijvingen op deelnemingen in binnenlandse dochterondernemingen?


Top