EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/228/24

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 juli 2004 in zaak C-141/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Zweden (Niet-nakoming — Richtlijn 2000/52/EG — Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

PB C 228 van 11.9.2004, p. 13–13 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

11.9.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 228/13


ARREST VAN HET HOF

(Zesde kamer)

van 15 juli 2004

in zaak C-141/03: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Koninkrijk Zweden (1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 2000/52/EG - Niet-omzetting binnen gestelde termijn)

(2004/C 228/24)

Procestaal: Zweeds

In zaak C141/03, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: J. Flett en P. Hellström) tegen Koninkrijk Zweden (gemachtigde: A. Kruse), betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 28 maart 2003 heeft het Hof van Justitie (Zesde kamer), samengesteld als volgt: J.-P. Puissochet, kamerpresident, F. Macken (rapporteur), en S. von Bahr, rechters; advocaat-generaal: L. A. Geelhoed; griffier: R. Grass, op 15 juli 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

Door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om uitvoering te geven aan richtlijn 2000/52/EG van de Commissie van 26 juli 2000 tot wijziging van richtlijn 80/723/EEG betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven, heeft het Koninkrijk Zweden niet voldaan aan de ingevolge die richtlijn op hem rustende verplichtingen.

Het Koninkrijk Zweden wordt in de kosten verwezen.


(1)  PB C 146 van 21.6.2003.


Top