Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/228/05

    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 15 juli 2004 in zaak C-495/01: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Finland (Niet-nakoming — Richtlijn 77/388/EEG — BTW — Artikel 11, A, lid 1, sub a — Maatstaf van heffing — Subsidie die rechtstreeks verband houdt met prijs — Verordening (EG) nr. 603/95 — Steun in sector gedroogde voedergewassen)

    PB C 228 van 11.9.2004, p. 3–3 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.9.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 228/3


    ARREST VAN HET HOF

    (Tweede kamer)

    van 15 juli 2004

    in zaak C-495/01: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Finland (1)

    (Niet-nakoming - Richtlijn 77/388/EEG - BTW - Artikel 11, A, lid 1, sub a - Maatstaf van heffing - Subsidie die rechtstreeks verband houdt met prijs - Verordening (EG) nr. 603/95 - Steun in sector gedroogde voedergewassen)

    (2004/C 228/05)

    Procestaal: Fins

    In zaak C-495/01, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: E. Traversa en I. Koskinen) tegen Republiek Finland (gemachtigde: T. Pynnä), ondersteund door Bondsrepubliek Duitsland (gemachtigden: W.-D. Plessing en M. Lumma) en door Koninkrijk Zweden (gemachtigden: A. Kruse en A. Falk), betreffende een verzoek om vast te stellen dat de Republiek Finland, door de belasting over de toegevoegde waarde niet toe te passen op het steunbedrag dat is uitgekeerd krachtens verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad van 21 februari 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 63, blz. 1), de krachtens artikel 11 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1) op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, heeft het Hof (Tweede kamer), samengesteld als volgt: C. W. A. Timmermans, kamerpresident, C. Gulmann (rapporteur), J.-P. Puissochet, J. N. Cunha Rodrigues en N. Colneric, rechters; advocaat-generaal: L. A. Geelhoed; griffier: L. Hewlett, hoofdadministrateur, op 15 juli 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Verwerpt het beroep.

    2)

    Verwijst de Commissie van de Europese Gemeenschappen in de kosten.

    3)

    Verstaat dat de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk Zweden hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 58 van 2.3.2002.


    Top