Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/228/03

    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 juli 2004 in zaak C-349/01 (verzoek van het Arbeitsgericht Bielefeld om een prejudiciële beslissing): Betriebsrat der Firma ADS Anker GmbH tegen ADS Anker GmbH (Sociale politiek — Artikelen 4 en 11 van richtlijn 94/45/EG — Europese ondernemingsraad — Informatie en raadpleging van werknemers in ondernemingen met communautaire dimensie — Verplichting van hoofdbestuur tot verstrekking van bepaalde informatie aan werknemersvertegenwoordigers)

    PB C 228 van 11.9.2004, p. 2–2 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    11.9.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 228/2


    ARREST VAN HET HOF

    (Zesde kamer)

    van 15 juli 2004

    in zaak C-349/01 (verzoek van het Arbeitsgericht Bielefeld om een prejudiciële beslissing): Betriebsrat der Firma ADS Anker GmbH tegen ADS Anker GmbH (1)

    (Sociale politiek - Artikelen 4 en 11 van richtlijn 94/45/EG - Europese ondernemingsraad - Informatie en raadpleging van werknemers in ondernemingen met communautaire dimensie - Verplichting van hoofdbestuur tot verstrekking van bepaalde informatie aan werknemersvertegenwoordigers)

    (2004/C 228/03)

    Procestaal: Duits

    In zaak C-349/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Arbeitsgericht Bielefeld (Duitsland), in het aldaar aanhangig geding tussen Betriebsrat der Firma ADS Anker GmbH en ADS Anker GmbH, om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van de artikelen 4 en 11 van richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 254, blz. 64), heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: V. Skouris, president, waarnemend voor de president van de Zesde kamer, C. Gulmann, J.-P. Puissochet, F. Macken (rapporteur) en N. Colneric, rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano, griffier: H. A. Rühl, hoofdadministrateur, op 15 juli 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    De artikelen 4, lid 1, en 11 van richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers, moeten aldus worden uitgelegd dat de lidstaten een op hun grondgebied gevestigde onderneming, die het hoofdbestuur is van een concern met een communautaire dimensie in de zin van de artikelen 2, lid 1, sub e, en 3, lid 1, van de richtlijn, of het fictieve hoofdbestuur in de zin van artikel 4, lid 2, tweede alinea, van de richtlijn, moeten verplichten om aan een in een andere lidstaat gevestigde andere onderneming van hetzelfde concern de informatie te verstrekken waarom haar werknemersvertegenwoordigers haar hebben verzocht, indien deze andere onderneming niet over deze informatie beschikt en deze informatie onontbeerlijk is voor de instelling van een Europese ondernemingsraad.


    (1)  PB C 369 van 22.12.2001.


    Top