Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/118/05

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 29 april 2004 in zaak C-150/00: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (Niet-nakomingsberoep — Artikelen 28 EG en 30 EG — Richtlijn 65/65/EEG — Preparaten voor menselijke consumptie die vitamine A, D of K of mineralen van de groep van de chromaten of meer dan eenmaal de dagelijkse dosis aan andere vitamines of andere mineralen bevatten — In lidstaat van uitvoer rechtmatig als voedingssupplement in de handel gebrachte preparaten — In lidstaat van invoer als geneesmiddel gekwalificeerde preparaten — Begrip „geneesmiddel” — Belemmering — Rechtvaardiging — Volksgezondheid — Evenredigheid)

PB C 118 van 30.4.2004, p. 3–3 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 118/3


ARREST VAN HET HOF

(Zesde kamer)

van 29 april 2004

in zaak C-150/00: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Republiek Oostenrijk (1)

(Niet-nakomingsberoep - Artikelen 28 EG en 30 EG - Richtlijn 65/65/EEG - Preparaten voor menselijke consumptie die vitamine A, D of K of mineralen van de groep van de chromaten of meer dan eenmaal de dagelijkse dosis aan andere vitamines of andere mineralen bevatten - In lidstaat van uitvoer rechtmatig als voedingssupplement in de handel gebrachte preparaten - In lidstaat van invoer als geneesmiddel gekwalificeerde preparaten - Begrip „geneesmiddel” - Belemmering - Rechtvaardiging - Volksgezondheid - Evenredigheid)

(2004/C 118/05)

Procestaal: Duits

In zaak C-150/00, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: J. C. Schieferer) domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, tegen Republiek Oostenrijk (gemachtigden: aanvankelijk H. Dossi, later C. Pesendorfer) domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, ondersteund door Koninkrijk Denemarken, (gemachtigde: J. Molde) domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, en door Republiek Finland (gemachtigden: T. Pynnä en E. Bygglin) domicilie gekozen hebbende te Luxemburg, betreffende een verzoek om vast te stellen dat de Republiek Oostenrijk, door vitamine- en mineraalpreparaten als geneesmiddel aan te merken wanneer het vitaminegehalte de enkelvoudige dagelijkse dosis overschrijdt, en meer in het algemeen wanneer deze preparaten vitamine A, D of K of mineralen van de groep van de chromaten bevatten, zonder aan te tonen dat de verhoogde vitaminetoevoer of het gehalte aan vitamines en mineralen een ernstig gevaar voor de gezondheid oplevert, de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: V. Skouris, waarnemend voor de kamerpresident, C. Gulmann en J. N. Cunha Rodrigues, F. Macken (rapporteur) en N. Colneric, rechters, advocaat-generaal: L. A. Geelhoed; griffier: M.-F. Contet, hoofdadministrateur, op 29 april 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door vitamine of mineraalpreparaten die in andere lidstaten rechtmatig als voedingssupplement zijn vervaardigd of in de handel gebracht, systematisch als geneesmiddel aan te merken wanneer zij meer vitaminen, andere dan vitamine A, C, D of K, of meer mineraalstoffen, andere dan die van de groep van de chromaten, bevatten dan de enkelvoudige dagelijkse dosis van deze nutriënten, of wanneer zij, ongeacht de dosering, vitamine A, D of K bevatten, is de Republiek Oostenrijk de krachtens artikel 28 EG op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het beroep wordt voor het overige verworpen.

3)

De Republiek Oostenrijk wordt verwezen in de kosten.

4)

Het Koninkrijk Denemarken en de Republiek Finland zullen hun eigen kosten dragen.


(1)  PB C 163 van 10.6.2000.


Top