Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/094/73

    Zaak C-122/04: Beroep, op 5 maart 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

    PB C 94 van 17.4.2004, p. 32–32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    17.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 94/32


    Beroep, op 5 maart 2004 ingesteld door Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

    (Zaak C-122/04)

    (2004/C 94/73)

    Bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is op 5 maart 2004 beroep ingesteld tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie door Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door C.-F. Durand en M. van Beek als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg.

    De Commissie van de Europese Gemeenschappen concludeert dat het het Hof behage:

    nietig te verklaren artikel 17, lid 2, van verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (1); voorzover de vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van het programma Forest Focus daarbij wordt onderworpen aan de regelgevingsprocedure van artikel 5 van besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 (2);

    de gevolgen van deze verordening te handhaven totdat deze verordening wordt gewijzigd, hetgeen zo snel mogelijk na het arrest van het Hof moet gebeuren;

    verweerders te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    De bestreden bepaling druist in tegen artikel 2 van besluit 1999/468/EG van de Raad, het tweede comitologiebesluit, dat criteria bevat voor de keuze van de verschillende soorten comités (beheer, regelgeving, raadpleging) teneinde meer consistentie en voorspelbaarheid te bereiken. De criteria van die bepaling zijn in casu niet gerespecteerd. Tenzij wordt aangetoond dat de voorgenomen uitvoeringsmaatregelen geen maatregelen inzake het beheer van een programma zijn, zijn in beginsel immers enkel de beheersprocedure of eventueel de raadplegingsprocedure van toepassing op de uitvoering van communautaire programma's.

    In casu zijn de uitvoeringsmaatregelen op grond van de verordening Forest Focus beheersmaatregelen van een actieprogramma dat slechts geringe budgettaire gevolgen heeft. De gemeenschapswetgever kon dan ook slechts kiezen voor een comité van beheer of een raadgevend comité, niet voor een regelgevend comité. De bestreden bepaling onderwerpt de vaststelling van maatregelen ter uitvoering van het programma Forest Focus aan de regelgevingsprocedure. Wanneer de gemeenschapswetgever afwijkt van de typologie van artikel 2 van het tweede comitologiebesluit, moet hij in de handeling een correcte en met de omstandigheden van de zaak overeenstemmende motivering opnemen die genoegzaam verklaart om welke bijzondere redenen van de gestelde criteria wordt afgeweken. Het Europees Parlement en de Raad hebben niet voldaan aan de verplichting om de bijzondere kenmerken van deze zaak te vermelden en de bijzondere redenen te analyseren waarom het nodig was een beroep te doen op de regelgevingsprocedure.


    (1)  PB L 324, blz. 1.

    (2)  Besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184, blz. 23).


    Top