Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/094/111

    Arrest van het gerecht van eerste Aanleg van 28 januari 2004 — In de gevoegde zaken T142/01 en T283/01, Organización de Productores de Túnidos Congelados (OPTUC) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

    PB C 94 van 17.4.2004, p. 38–38 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    17.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 94/38


    ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

    van 28 januari 2004

    In de gevoegde zaken T142/01 en T283/01, Organización de Productores de Túnidos Congelados (OPTUC) tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

    (Visserij - Gemeenschappelijke ordening der markten - Compenserende vergoeding voor tonijn voor verwerkende industrie - Verdeling over producentenorganisaties - Variatie in ledenaantal van producentenorganisaties - Gevolgen voor verdeling van vergoeding - Rechtsgrondslag - Beginsel van gewettigd vertrouwen)

    (2004/C 94/111)

    Procestaal: Spaans

    In de gevoegde zaken T142/01 en T283/01, Organización de Productores de Túnidos Congelados (OPTUC), gevestigd te Bermeo (Spanje), vertegenwoordigd in zaak T142/01 door J.R. García-Gallardo Gil-Fournier en M. Moya Díaz, advocaten, en in zaak T283/01 door J.R. García-Gallardo Gil-Fournier en J. Guillem Carrau, advocaten, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: S. Pardo Quintillán en, in zaak T142/01, tevens door L. Visaggio), in zaak T142/01 ondersteund door Organizacíon de Productores Asociados de Grandes Atuneros Congeladores (Opagac), gevestigd te Madrid (Spanje), vertegenwoordigd door J. Casas Robla en V. Arrastia de Sierra, advocaten, betreffende verzoeken tot nietigverklaring van verordening (EG) nr. 584/2001 van de Commissie van 26 maart 2001 tot wijziging van de verordeningen (EG) nr. 1103/2000 en (EG) nr. 1926/2000 betreffende de toekenning van de compenserende vergoeding aan de producentenorganisaties voor in de periode van 1 juli tot en met 30 september 1999, respectievelijk van 1 oktober tot en met 31 december 1999, aan de verwerkende industrie geleverde tonijn (PB L 86, blz. 4), alsmede tot nietigverklaring van artikel 2, lid 2, van en van de bijlage bij elk van de verordeningen (EG) van de Commissie nr. 585/2001 van 26 maart 2001, nr. 808/2001 van 26 april 2001, nr. 1163/2001 van 14 juni 2001 en nr. 1670/2001 van 20 augustus 2001 betreffende de toekenning van de compenserende vergoeding aan de producentenorganisaties voor in de periode van respectievelijk 1 januari tot en met 31 maart 2000, 1 april tot en met 30 juni 2000, 1 juli tot en met 30 september 2000 en 1 oktober tot en met 31 december 2000 aan de verwerkende industrie geleverde tonijn (respectievelijk PB L 86, blz. 8; PB L 118, blz. 12; PB L 159, blz. 10, en PB L 224, blz. 4), heeft het Gerecht (Vierde kamer), samengesteld als volgt: V. Tiili, kamerpresident, P. Mengozzi en M. Vilaras, rechters; griffier: J. Palacio González, hoofdadministrateur, op 28 januari 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Verwerpt de beroepen.

    2)

    Verwijst verzoekster in de kosten van verweerster.

    3)

    Verstaat dat interveniënte haar eigen kosten zal dragen.


    (1)  PB C 245 van 1.9.01 en C 44 van 16.2.02


    Top