This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2000/047/46
Judgment of the Court of First Instance of 1 December 1999 in Joined Cases T-125/96 and T-152/96: Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH and C.H. Boehringer Sohn v Council of the European Union and C.H. Boehringer Sohn v Commission of the European Communities (Directive prohibiting the use of beta-agonists in stockfarming — Regulation limiting the validity of maximum residue limits of veterinary medicinal products to certain therapeutic purposes — Action for annulment — Admissibility — Principle of proportionality)
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 1 december 1999 in de gevoegde zaken T-125/96 en T-152/96, Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH en C. H. Boehringer Sohn tegen Raad van de Europese Unie en Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH C. H. Boehringer Sohn tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Richtlijn waarbij gebruik van β-agonisten in diergeneesmiddelen wordt verboden — Verordening volgens welke de maximumwaarden voor residuen van diergeneesmiddelen slechts gelden voor bepaalde therapeutische toepassingen — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Evenredigheidsbeginsel)
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 1 december 1999 in de gevoegde zaken T-125/96 en T-152/96, Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH en C. H. Boehringer Sohn tegen Raad van de Europese Unie en Boehringer Ingelheim Vetmedica GmbH C. H. Boehringer Sohn tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Richtlijn waarbij gebruik van β-agonisten in diergeneesmiddelen wordt verboden — Verordening volgens welke de maximumwaarden voor residuen van diergeneesmiddelen slechts gelden voor bepaalde therapeutische toepassingen — Beroep tot nietigverklaring — Ontvankelijkheid — Evenredigheidsbeginsel)
PB C 47 van 19.2.2000, p. 27–28
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)