Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92003E001262

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1262/03 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Wijziging van de internationale regeling inzake schadeloosstelling en aansprakelijkheid in het kader van het Internationaal Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid.

    PB C 280E van 21.11.2003, p. 122–123 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92003E1262

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1262/03 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Wijziging van de internationale regeling inzake schadeloosstelling en aansprakelijkheid in het kader van het Internationaal Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid.

    Publicatieblad Nr. 280 E van 21/11/2003 blz. 0122 - 0123


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1262/03

    van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad

    (3 april 2003)

    Betreft: Wijziging van de internationale regeling inzake schadeloosstelling en aansprakelijkheid in het kader van het Internationaal Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid

    In de mededeling van de Commissie aan de Raad van 5 maart 2003(1) over de maatregelen die moeten worden getroffen in verband met de gevolgen van de ramp met de Prestige, stelt de Commissie voor de internationale regeling voor schadeloosstelling en aansprakelijkheid in het kader van het Internationaal Verdrag inzake wettelijke aansprakelijkheid te wijzigen teneinde degenen die voor de verontreiniging verantwoordelijk zijn financieel te kunnen aanspreken.

    In welk stadium verkeert dit voorstel? Welke maatregelen hebben de lidstaten hiertoe getroffen?

    (1) COM(2002) 105 def.

    Antwoord

    (22 juli 2003)

    De Raad heeft de laatste jaren herhaaldelijk verklaard voorstander te zijn van een herziening van het Aansprakelijkheidsverdrag van 1992 waarin de aansprakelijkheid van scheepseigenaren voor schade door olieverontreiniging is geregeld. Reeds in zijn conclusies van december 2000 betreffende veiligheid op zee heeft de Raad de lidstaten opgeroepen de wijziging van de toepasselijke voorschriften te overwegen zodat naast de eigenaren van schepen ook andere partijen aansprakelijk kunnen worden gesteld, alsook te voorzien in een onbeperkte aansprakelijkheid van de eigenaren van vaartuigen indien zij op ernstige of moedwillige wijze hun plichten op veiligheidsgebied verzuimen. Ook in de gemeenschappelijke benadering die in juni 2001 is vastgesteld met het oog op de onderhandelingen in het kader van het Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (IOPCF) over de instelling van een aanvullend fonds voor de schadeloosstelling van de slachtoffers van olieverontreiniging, heeft de Raad erkend dat de aansprakelijkheid voor en de vergoeding door de betrokken partijen van schade door verontreiniging door olie een algemene bespreking behoeven en heeft de Raad gesteld dat de lidstaten een nieuw onderzoek van de regeling van 1992 dienen te steunen en daaraan actief deel dienen te nemen.

    Meer recent heeft de Europese Raad van Brussel van 21 maart 2003 uitdrukkelijk verzocht de aansprakelijkheid van zeevervoerders te vergroten door middel van een wijziging van de bepalingen van het Aansprakelijkheidsverdrag terzake. Tenslotte benadrukte de Raad (Vervoer, telecommunicatie en energie) op 27 maart 2003 in dit verband het belang van het beginsel dat de vervuiler betaalt.

    Tegen deze achtergrond nemen de lidstaten actief deel aan de herziening van de huidige vergoedings- en aansprakelijkheidsregeling, in het bijzonder in het kader van de werkgroep die de Algemene Vergadering van het IOPCF daartoe in april 2000 heeft opgericht. Er is evenwel geen uiterste datum vastgesteld voor de aanneming van eventuele wijzigingen.

    Tijdens de vergadering van de groep in februari 2003 hebben twee lidstaten en de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de huidige aansprakelijkheidsregeling ingediend dat voorziet in de mogelijkheid om de limiet met betrekking tot het recht van de scheepseigenaar op beperking van zijn aansprakelijkheid te wijzigen in gevallen waarin een feitelijk tekortschieten van de eigenaar is aangetoond, alsook om de aansprakelijkheid te kanaliseren naar andere personen dan de scheepseigenaar. In een tweede document beveelt een lidstaat aan het Aansprakelijkheidsverdrag te herzien

    op basis van een tweeledige aanpak, namelijk opnieuw strikt kanaliseren waarbij ook andere personen dan de geregistreerde eigenaar aansprakelijk kunnen worden gesteld, en uitbreiding van de financiële verplichtingen van de eigenaar met betrekking tot de financiering van het voorgestelde aanvullend fonds voor de vergoeding van schade door olieverontreiniging. De groep zal deze voorstellen tijdens komende vergaderingen bespreken. De eerstvolgende vergadering is gepland voor oktober 2003.

    Top