92002E1016

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1016/02

van Dirk Sterckx (ELDR) aan de Commissie

(8 april 2002)

Betreft: Toepassing van de aardbei-verordening op de belemmering door Frankrijk van het goederentransport per spoor door de Kanaaltunnel

De Europese verordening (EG) 2679/98(1), de zogenaamde aardbei-verordening voorziet in een aantal maatregelen om te reageren op ernstige belemmeringen van het vrije verkeer van goederen in een lidstaat.

Frankrijk belemmert al maanden het vrij verkeer van goederen via het spoor door de Kanaaltunnel.

Kan de Commissie zeggen welke maatregelen Frankrijk heeft genomen om zijn verplichtingen krachtens deze verordening na te komen? Is de Commissie van oordeel dat Frankrijk alle noodzakelijke en evenredige maatregelen heeft genomen om deze onaanvaardbare belemmering van het vrij verkeer van goederen te doen ophouden? Rekening houdend met de vrij negatieve evaluatie die zij maakte van deze verordening, acht de Commissie deze verordening niet ontoereikend en zou het niet aangewezen zijn om deze verordening aan te scherpen zodat in de toekomst wantoestanden zoals deze, die het principe van de interne markt ondermijnen, vlugger aangepakt kunnen worden?

(1) PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8.

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(2 mei 2002)

Sinds november 2001 wordt het vrachtverkeer tussen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk via de Kanaaltunnel regelmatig verstoord door illegale immigranten die massaal binnendringen in het SNCF-goederenstation van Fréthun.

Op 19 november 2001, 5 december 2001 en 14 maart 2002 is de Commissie opgetreden op grond van Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft(1).

In haar laatste antwoord van 20 maart 2002 hebben de Franse autoriteiten erop gewezen dat de werkzaamheden ter beveiliging van het terrein in Fréthun zoals de aanbrenging van bijkomende omheiningen en het verhogen van de reeds bestaande omheiningen tot 2m60 beëindigd zijn. De verlenging van de omheining tot 6 km en het plaatsen van videocamera's buiten het terrein en van detectieapparaten zijn bijna klaar. Andere maatregelen om de reeds begonnen werkzaamheden te versterken zijn in voorbereiding. De Franse autoriteiten hebben zich ertoe verbonden de aangekondigde werkzaamheden te voltooien zodat in juni 2002 het vrachtverkeer in de tunnel weer normaal verloopt zoals vóór 18 oktober 2001. Bovendien is vanaf 18 maart 2002 het aantal personen die toezicht houden over het SNCF-terrein van Fréhun op significante wijze vermeerderd tot ± 150 man.

In een brief van de heer Bolkestein, lid van de Commissie bevoegd voor de Interne Markt, Belastingen en Douane-unie, aan de heer Moscovici, Frans minister van Europese Aangelegenheden, heeft de Commissie op 26 maart 2002 akte genomen van de omvang van de aangekondigde maatregelen en de verbintenissen van de Franse autoriteiten en heeft zij deze aangemaand deze verbintenissen na te leven en hen herinnerd aan hun verplichtingen tot systematische informatieverstrekking op grond van bovengenoemde Verordening nr. 2679/98. Er wordt momenteel voortdurend contact gehouden met de Franse autoriteiten, de Britse autoriteiten en de betrokken ondernemingen. Binnenkort vindt hierover een vergadering plaats om alle alternatieven aan te geven teneinde zo snel mogelijk tot een oplossing voor deze zaak te komen.

De Commissie benadrukt dat alle voorstellen en acties waartoe zij in staat was om de problemen die zijn gerezen als gevolg van de situatie van het goederenverkeer in de Kanaaltunnel, grondig en op lange termijn te regelen, al op tafel liggen. Zij hebben hoofdzakelijk betrekking op de Europese maatregelen om een gemeenschappelijk kader inzake immigratie en asiel te creëren.

Wat Verordening nr. 2679/98 betreft, herinnert de Commissie het geachte parlementslid eraan dat zij in haar verslag over de toepassing van deze verordening(2) als mogelijk denkspoor had voorgesteld de verordening te wijzigen door de draagwijdte ervan uit te breiden en te verbeteren. In zijn resolutie van 27 september 2001 heeft de Raad dit denkspoor verworpen door voorrang te geven aan de handhaving van de status-quo met een meer dynamische benadering bij de toepassing van de verordening.

(1) PB L 337 van 12.12.1998.

(2) COM(2001) 160 def. van 22.3.2001.