92002E0328

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0328/02

van Feleknas Uca (GUE/NGL) aan de Raad

(12 februari 2002)

Betreft: Conflict in het Midden-Oosten

De situatie in het Midden-Oosten is zorgwekkend en verslechtert van dag tot dag. Het Israëlische leger is in het onder Palestijns bestuur staande gebied binnengedrongen. Volgens persberichten en -verklaringen zijn bij de sinds 2000 durende spanningen tussen de Palestijnen en Israël duizenden mensen gedood, vooral Palestijnen. Bij een zelfmoordaanslag, afgelopen zondag in Jeruzalem, werden alleen al twee mensen gedood en meer dan honderd mensen gewond. Het aantal gewonde en omgekomen slachtoffers van het conflict in het Midden-Oosten is schrikwekkend. Een vreedzame oplossing tussen beide partijen in het conflict lijkt nog lang niet in zicht.

Hoe ziet de Raad de huidige situatie in het Midden-Oosten?

Welke maatregelen overweegt de Raad met het oog op de oplossing van het conflict in het Midden-Oosten?

Welke initiatieven wil de Raad in de eerste helft van 2002 ontplooien om bij te dragen tot een vreedzame oplossing van het conflict in het Midden-Oosten?

Antwoord

(26 juni 2002)

De Raad is diep bezorgd over de buitengewone ernst van de situatie in het Midden-Oosten en heeft opgeroepen de huidige spiraal van geweld te doorbreken en een eind te maken aan het lijden van het Israëlische en Palestijnse volk. De Europese Raad te Laken heeft aangegeven welke maatregelen door beide partijen moeten worden genomen om een hervatting van de politieke dialoog mogelijk te maken. Tijdens zijn bijeenkomst te Barcelona op 15/16 maart 2002 heeft de Europese Raad een verklaring afgelegd waarin hij verklaart dat het Midden-Oosten in de greep is van een buitengewoon ernstige crisis en beide partijen oproept onmiddellijk doeltreffende maatregelen te nemen om een eind te maken aan het bloedvergieten. De Europese Raad was bijzonder ingenomen met de aanneming van Resolutie nr. 1397 van de VN-Veiligheidsraad, waaruit het sterke engagement van de internationale gemeenschap op dit gebied blijkt en was van mening dat deze resolutie dringend moet worden uitgevoerd om het twee staten, Israël en Palestina, mogelijk te maken in vrede en veiligheid te leven en hun rol in de regio volledig te spelen.

Met deze verklaring wordt tevens het kader geboden waarbinnen de Europese Raad meent dat de EU, samen met de partijen, haar rol dient te spelen met een tweeledige doelstelling: vorming van een democratische, levensvatbare en onafhankelijke staat Palestina, waarmee een einde komt aan de bezetting van 1967, en daarnaast het recht van Israël om binnen veilige grenzen te leven dat wordt gewaarborgd door de verbintenis van de internationale gemeenschap, en met name de Arabische landen.

De EU deed een beroep op de Palestijnse Autoriteit en president Arafat alles in het werk te stellen om een eind te maken aan de terreur en de gewapende Intifada, alle terroristische netwerken te ontmantelen en de plegers van terreurdaden te arresteren en te vervolgen. Zij deed een beroep op de Israëlische regering haar strijdkrachten terug te trekken, de standrechtelijke executies stop te zetten, de blokkades en alle aan het Palestijnse volk en zijn leiders opgelegde beperkingen op te heffen, alsook de bouw van nieuwe nederzettingen te bevriezen.

De Raad committeert zich geheel en al aan een blijvende en sterke betrokkenheid van de EU bij de inspanningen om het conflict op te lossen en een rechtvaardige en blijvende vrede te vinden. Hiertoe is op het hoogste niveau zowel met de Palestijnen als met de Israëli's voortdurend contact onderhouden. De voorzitter van de Raad, minister van Buitenlandse Zaken Piqué, heeft begin dit jaar de regio bezocht. Hoge vertegenwoordiger Solana is er dit jaar reeds tweemaal geweest, terwijl Speciale vertegenwoordiger Moratinos op het terrein zelf zijn inspanningen heeft voortgezet. Bezoeken door ministers uit de lidstaten zorgen ervoor dat de estafettediplomatie van de EU gaande blijft.

Binnen de internationale gemeenschap speelt de EU een sleutelrol bij het zorgen voor nauw contact en nauwe coördinatie tussen de hoofdrolspelers zowel op hoog niveau als aan de basis. De EU acht een vastberaden en onderling gecoördineerd optreden van de Europese Unie, de Verenigde Naties, de Verenigde Staten, de Russische Federatie en de meest betrokken Arabische landen onontbeerlijk, wil vooruitgang kunnen worden geboekt.

Intern gaat de EU verder met het verkennen van ideeën die een bijdrage kunnen leveren aan de vooruitgang op veiligheids-, politiek en economisch gebied. De EU handhaaft ook haar financiële steun aan de Palestijnse gebieden teneinde de moeilijke sociaal-economische situatie van de Palestijnen te verlichten, om aldus het vredesproces in het Midden-Oosten te ondersteunen.

Gezien de recente ontwikkeling van de situatie heeft op 3 april 2002 te Luxemburg een ontmoeting van de EU-ministers van Buitenlandse Zaken plaatsgevonden.