EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E003382

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3382/01 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Raad. Moord op vier journalisten in Afghanistan.

PB C 205E van 29.8.2002, p. 31–32 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E3382

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3382/01 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Raad. Moord op vier journalisten in Afghanistan.

Publicatieblad Nr. 205 E van 29/08/2002 blz. 0031 - 0032


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3382/01

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Raad

(7 december 2001)

Betreft: Moord op vier journalisten in Afghanistan

Op 19 november jongstleden werden in Afghanistan op de weg tussen Jalalabad en Kabul vier journalisten vermoord, onder wie Maria Grazia Cutuli van de Corriere della Sera. Zij zaten in de eerste auto van een colonne voertuigen. Alleen hun auto werd aangevallen en van de rest van het konvooi gescheiden. Het laatste artikel van de Italiaanse journaliste was het resultaat van een onderzoek dat ze samen met de Spaanse journalist van El Mundo had ingesteld naar het feit dat flessen zenuwgas in het bezit van militieleden van Al Qaeda waren aangetroffen. De aanvallers hebben de chauffeur en een tolk die met de vier journalisten meereisden, laten vluchten. Zij hebben de anderen op de hoogte kunnen brengen van wat er was gebeurd en de rest van de colonne rechtsomkeer doen maken. Dat feit en ook het feit dat niets werd gestolen, doet het vermoeden rijzen dat het niet om een roofoverval of om een daad tegen buitenlandse journalisten (één van hen was Afghaan) maar zonder meer om een executie ging.

Beschikt de Raad over meer informatie dan die welke in de pers is verschenen?

Is de Raad voornemens, met behulp van de instrumenten waarover de regeringen beschikken, een onderzoek in te stellen om na te gaan of de moordaanslag vooraf was beraamd en voorbereid door mensen die sommigen het zwijgen wilden opleggen over het feit dat Al Qaeda over chemische wapens beschikt?

Acht de Raad het niet wenselijk een grondiger onderzoek in te stellen naar eventuele banden met andere terroristische groeperingen of regeringen van andere landen met het oog op de productie van en de handel in die chemische wapens, om te voorkomen dat die ook worden gebruikt?

Meent de Raad niet dat een gewapende escorte ter beschikking moet worden gesteld van journalisten die in oorlogsgebieden de belangrijke en onontbeerlijke taak op zich nemen om de wereld te informeren?

Antwoord

(13 mei 2002)

1. De Raad betreurt het ten zeerste dat op 19 november in Afghanistan vier journalisten werden vermoord en heeft er in zijn conclusies van 10 december 2001 aan herinnerd dat de veiligheid van de media dringend moet worden verbeterd. De Raad heeft evenwel geen andere informatie over dit incident dan die welke in de pers is verschenen.

2. Gezien de onveiligheid en de bijzondere politieke en militaire situatie die thans in Afghanistan heersen, acht de Raad voor de EU geen mogelijkheden aanwezig om ter plaatse een diepgaand onderzoek in te stellen, teneinde na te gaan of de moordaanslag vooraf was beraamd en bevolen. De Unie zal evenwel, in samenwerking met de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten in Kabul, trachten nadere informatie te verkrijgen over deze moord.

3. Of het nieuwe voorlopige bestuur in Kabul al dan niet in staat zal zijn de veiligheid van journalisten desnoods met gewapende escortes op het volledige Afghaanse grondgebied te garanderen, zal moeten blijken uit de ontwikkelingen in de komende weken. Of permanente militaire bescherming de persvrijheid ten goede komt, blijft een open vraag.

Top