EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E003206

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3206/01 van Francisca Sauquillo Pérez del Arco (PSE)en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Kunststofvergassingsinstallatie van Poligás in Ribesalbes.

PB C 160E van 4.7.2002, p. 72–73 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92001E3206

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3206/01 van Francisca Sauquillo Pérez del Arco (PSE)en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie. Kunststofvergassingsinstallatie van Poligás in Ribesalbes.

Publicatieblad Nr. 160 E van 04/07/2002 blz. 0072 - 0073


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3206/01

van Francisca Sauquillo Pérez del Arco (PSE)en María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie

(22 november 2001)

Betreft: Kunststofvergassingsinstallatie van Poligás in Ribesalbes

In haar antwoord op vraag E-2153/01(1) heeft de Commissie zich bereid verklaard een onderzoek in te stellen naar de installatie van Poligás in Ribesalbes teneinde na te gaan of de Spaanse overheden richtlijn 85/337/EEG(2) betreffende milieueffectbeoordelingen met voeten hebben getreden. Enkele dagen na de behandeling van de parlementaire vraag is in het Publicatieblad van de deelregering van Valencia een milieuverklaring bekendgemaakt die, behalve dat zij achter de feiten aan holt en vreemd genoeg net na de indiening van de voornoemde vraag ten tonele verschijnt, kennelijk ook ernstige tekortkomingen vertoont ten aanzien van richtlijn 85/337.

Kan de Commissie bepalen of de door de deelregering van Valencia gepubliceerde milieuverklaring beantwoordt aan de vereisten zoals voorgeschreven in de communautaire wetgeving?

Is de Commissie reeds in staat uit te maken of in het geval van de installatie van Poligás ook inbreuk is gepleegd op richtlijn 90/313/EEG(3) betreffende de toegang tot milieu-informatie, zoals zij in haar antwoord op vraag E-2153/01 heeft toegezegd te zullen doen?

Anderzijds wordt in het door de vraagstelsters ontvangen schrijven van de Commissie geen uitsluitsel gegeven over de aard van het voor nuttige toepassing bestemde kunstofafval dat in de installatie van Poligás wordt gebruikt. Het verbrande kunststofafval (recipiënten afkomstig van de chemische en keramische industrie) wordt in zowel de communautaire als de Spaanse wetgeving als gevaarlijk afval beschouwd aangezien het als opslagruimte voor andere gevaarlijke stoffen heeft dienstgedaan. Volgens het bedrijf en de deelregering van Valencia gaat het evenwel om ongevaarlijke afvalstoffen daar de recipiënten vóór de verbranding worden gereinigd. De Commissie heeft verklaard dat zij over onvoldoende informatie beschikt om over deze kwestie een oordeel te vellen.

- Is de Commissie, in overeenstemming met haar functie van hoedster van de Verdragen, bereid een onderzoek in te stellen naar de hierboven beschreven feiten betreffende het gebruikte kunststofmateriaal?

- Is de Commissie van oordeel dat een reinigingsbeurt volstaat om het risico weg te nemen ofschoon het kunststofafval als opslagplaats voor giftige stoffen heeft dienstgedaan?

- Bepaalt de communautaire wetgeving of dit systeem verenigbaar is met de bescherming van de gezondheid en het recht op veiligheid?

(1) PB C 81 E van 4.4.2002, blz. 118.

(2) PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40.

(3) PB L 158 van 23.6.1990, blz. 56.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(25 januari 2002)

De Commissie dankt de geachte parlementsleden voor het ter beschikking stellen van de milieueffectverklaring met betrekking tot het project in kwestie.

Op basis van deze milieueffectverklaring heeft de Commissie een schrijven gericht aan de Spaanse autoriteiten teneinde zich ervan te vergewissen of alle in die verklaring genoemde studies en aanbevelingen ook werkelijk zijn uitgevoerd, respectievelijk in de praktijk zijn gebracht.

Wat een eventuele foutieve toepassing van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad van 7 juni 1990 inzake de vrije toegang tot milieu-informatie betreft, wil de Commissie met betrekking tot het onderhavige geval de volgende elementen onder de aandacht van de geachte parlementsleden brengen.

In haar antwoord op schriftelijke vraag E-2153/01 van de geachte parlementsleden(1) heeft de Commissie aangegeven dat zij louter op basis van de in de schriftelijke vraag genoemde elementen niet kon uitmaken of de Spaanse autoriteiten wel of niet om toegang tot de desbetreffende informatie is verzocht, en zo ja, of die autoriteiten bij de behandeling van dat verzoek inderdaad te werk zijn gegaan op een wijze die strijdig is met de bepalingen van de richtlijn. Het is de Commissie dus niet bekend óf een verzoek om informatie werd ingediend, en zo ja, waarop dat verzoek betrekking had, tot welke instantie het was gericht en hoe in voorkomend geval het antwoord heeft geluid.

Mocht een verzoek om toegang tot informatie in strijd met de bepalingen van de richtlijn door de betrokken instantie worden afgewezen, dan dient de aanvrager het in artikel 4 van de richtlijn bedoelde beroep in te stellen, overeenkomstig de Spaanse wetgeving waarin de richtlijn is omgezet.

Omdat de Commissie niet over gegevens beschikt die erop zouden wijzen dat Richtlijn 90/313/EEG op enigerlei wijze is overtreden, was het haar niet mogelijk deze kwestie ter sprake te brengen in het verzoek om nadere informatie dat zij naar aanleiding van schriftelijke vraag E-2153/01 tot de Spaanse autoriteiten heeft gericht.

Wat het probleem van het kunststofafval betreft dat in de schriftelijke vragen aan de orde wordt gesteld, heeft de Commissie Spanje gevraagd in kennis te worden gesteld van de maatregelen die de bevoegde instanties hebben getroffen om te garanderen dat het toegepaste reinigingssysteem zodanig is dat de hoeveelheden residuen van gevaarlijke stoffen die in de verpakking achterblijven, geringer zijn dan de drempelwaarden waarin de wetgeving inzake gevaarlijke afvalstoffen voorziet, en derhalve volstaat om het verpakkingsafval zijn gevaarlijk karakter te ontnemen en te garanderen dat de voor nuttige toepassingen bestemde kunststoffen, nadat ze zijn gewassen, inderdaad ongevaarlijk afval zijn geworden.

(1) PB C 81 E van 4.4.2002, blz. 118.

Top