Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92000E003898

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3898/00 van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie. Vroegtijdige voorziening van de geldautomaten met biljetten van 5 en 10 euro.

    PB C 174E van 19.6.2001, p. 178–178 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92000E3898

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3898/00 van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie. Vroegtijdige voorziening van de geldautomaten met biljetten van 5 en 10 euro.

    Publicatieblad Nr. 174 E van 19/06/2001 blz. 0178 - 0178


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3898/00

    van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie

    (13 december 2000)

    Betreft: Vroegtijdige voorziening van de geldautomaten met biljetten van 5 en 10 euro

    Volgens een recent rapport van het comité voor de begeleiding van de invoering van de euro is onlangs geconstateerd dat de meeste in gebruik zijnde geldautomaten in de EU-landen niet kunnen worden aangepast voor de afgifte van biljetten van 5 euro en in sommige landen ook niet voor de afgifte van biljetten van10 euro. Met andere woorden, de geldautomaten zullen over het algemeen alleen coupures van 20, 50 of 100 euro kunnen afgeven. Dat zal een belangrijk probleem opleveren voor de detailhandel, die na 1 januari 2002 grote coupures zal ontvangen en wisselgeld zal moeten geven in coupures van 5 of 10 euro, die al heel snel niet meer te krijgen zullen zijn. Zou het vraagstuk van de vroegtijdige voorziening van de geldautomaten, met name met coupures van 5 en 10 euro, niet opnieuw onder de loep moeten worden genomen, gezien deze kennelijk niet voorziene situatie? In sommige landen zal het publiek vanaf 15 december 2001 een kit kunnen kopen die alle euromuntstukken bevat, om zich ermee vertrouwd te maken. Waarom wordt de Europeanen niet de mogelijkheid geboden om in de weken die vooraf gaan aan 1 januari 2002 ook biljetten van 5 en 10 euro te kopen, zodat de overgang naar de euro gemakkelijker verloopt?

    Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

    (29 januari 2001)

    De lidstaten die deel uitmaken van de Europese Monetaire Unie (EMU) zijn overeengekomen om de duur van de parallele circulatie van zowel de nationale munteenheid als de euro in 2002, zo kort mogelijk te houden. Hiermee willen ze verwarring onder de burgers vermijden en de moeilijkheden die de detailhandelaars zullen ondervinden bij het werken met twee munteenheden, tot een minimum beperken.

    De voorafgaande verstrekking van de eurobiljetten aan het publiek zou de periode waarin de twee valuta's in omloop zijn, eigenlijk kunnen verlengen en in strijd zijn met de redenen die geleid hebben tot de verkorting ervan. Bovendien kan de voorafgaande verstrekking van de eurobiljetten aan het publiek tot gevolg hebben dat deze reeds voor 1 januari 2002 in omloop zijn.

    Top