Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92000E000619

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0619/00 van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie. Verminderingscoëfficiënten voor producten van oorsprong uit China.

    PB C 374E van 28.12.2000, p. 119–120 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92000E0619

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0619/00 van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie. Verminderingscoëfficiënten voor producten van oorsprong uit China.

    Publicatieblad Nr. 374 E van 28/12/2000 blz. 0119 - 0120


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0619/00

    van Paul Rübig (PPE-DE) aan de Commissie

    (3 maart 2000)

    Betreft: Verminderingscoëfficiënten voor producten van oorsprong uit China

    De EU beheert sedert het begin van de jaren negentig invoercontingenten voor bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China, waaronder ook porselein- en aardewerkproducten die onder het douanetariefnummer 6911.10 vallen. Het contingent wordt jaarlijks vastgesteld, waarbij elk jaar het contingent voor ieder product via verschillende verdeelpercentages onder traditionele en nieuwe importeurs wordt verdeeld. Voor het jaar 2000 werd voor aardewerkproducten een verdeelsleutel van

    75 % van het totale contingent voor de traditionele en 25 % voor de nieuwe importeurs toegepast. Omdat er veel meer aanvragen waren dan het totale contingent toeliet, werd voor de traditionele importeurs een verminderingsfactor van oorspronkelijk 51,54 %(1) vastgesteld, die later gecorrigeerd werd en op 31,37 % werd gebracht(2).

    In de afgelopen jaren lag de verminderingscoëfficiënt in de orde van grootte van 10 tot 19 %, reden waarom de huidige op de aanvragen toegepaste coëfficiënt de Oostenrijkse importeurs voor grote problemen plaatst. In ieder geval moeten bij de bestellingen van deze ondernemingen nu grote leemten bij de toelevering in het lage-prijzensegment worden gedicht. Kan de Commissie daarom antwoord op de volgende vragen geven:

    Wat is de reden van het optrekken van de verminderingscoëfficiënt van 13 % voor 1999 tot 31 % voor 2000?

    Wat is de reden van de correctie van de verminderingscoëfficiënt van 51 % tot 31 % voor 2000?

    Hoe ziet de verdeling van de quota over de 15 lidstaten van de EU eruit?

    (1) PB L 268 van 16.10.1999.

    (2) PB L 304 van 27.11.1999.

    Antwoord van de heer Lamy namens de Commissie

    (6 april 2000)

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van de kwantitatieve contingenten(1) is de jaarlijkse contingentenverdeling voor het jaar 2000 ten uitvoer gelegd op grond van Verordening (EG) nr. 1369/1999 van de Commissie van 25 juni 1999(2), waarin de administratieve procedures voor de uiteindelijke verdeling van de contingenten over traditionele en andere importeurs (nieuwkomers) zijn vastgesteld. Krachtens artikel 2, leden 2 en 3, en bijlagen I en II geschiedt de verdeling van de totale voor deze twee groepen importeurs beschikbare contingenten als volgt verdeeld: 70 % voor traditionele importeurs en 30 % voor nieuwkomers.

    Aan de hand van de in bovengenoemde verordening vastgestelde grenzen en nadat de importeurs vergunningsaanvragen hadden ingediend en de lidstaten de desbetreffende cijfers hadden medegedeeld, heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 2201/1999 van 15 oktober 1999(3) gepubliceerd, waarin de vermeerderings- respectievelijk verminderingscoëfficiënten voor de verschillende gecontingenteerde producten worden vastgesteld. In Bijlage I bij deze verordening is een verminderingscoëfficiënt voor keuken- en tafelgerei van porselein (GS/GN-code 691110) voor traditionele importeurs van 51,54 % vermeld.

    Nadat evenwel was gebleken dat één lidstaat uitsluitend voor dit product onjuiste cijfers had ingediend waardoor het algemene beeld sterk werd vervormd, heeft de Commissie alle lidstaten van die vergissing in kennis gesteld en na verificatie van de van de lidstaat ontvangen gecorrigeerde cijfers de vereiste correctie gepubliceerd, waarin de verminderingscoëfficiënt voor het betrokken product van 51,54 % naar 31,37 % wordt gewijzigd(4).

    De verminderings- of vermeerderingscoëfficiënten voor traditionele importeurs worden ieder jaar beïnvloed door de gekozen referentieperiode van hun vorige invoer en het aan hen toegekende percentage van het totale beschikbare contingent. Voor de contingententoewijzing voor het jaar 2000 verschilden die twee elementen van die van 1999 en hadden zij beide een negatief effect op de verminderingscoëfficiënt van toepassing op GN-code 691110 (hetzelfde beginsel en hetzelfde resultaat gelden voor alle andere gecontingenteerde producten).

    Meer in het bijzonder lag de referentie-invoer zoals die werd medegedeeld, voor de toewijzing 2000 circa 18 % hoger (referentieperiode: invoer 1997 of 1998) dan voor de toewijzing 1999 (referentieperiode: invoer 1996 of 1997), waardoor de verminderingscoëfficiënt werd verhoogd en het percentage van de totale aan traditionele importeurs toegewezen contingenten werd verlaagd van 75 % in 1999 naar 70 % in 2000 voor alle in de GN vermelde contingenten, zodat de voor het contingentjaar 2000 geldende verminderingscoëfficiënt nog verder werd verhoogd.

    In verband met de laatste vraag kan worden medegedeeld dat het contingent op het niveau van de Gemeenschap wordt toegekend en niet volgens een verdeelsleutel over de lidstaten.

    (1) PB L 66 van 10.3.1994.

    (2) PB L 162 van 26.6.1999.

    (3) PB L 268 van 16.10.1999.

    (4) PB L 304 van 27.11.1999.

    Top