92000E0405

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0405/00

van Pasqualina Napoletano (PSE) aan de Commissie

(9 februari 2000)

Betreft: Door de Commissie gefinancierde missie voor de hervorming van de douanediensten in Albanië

Enkele dagen geleden heeft mevrouw Natalina Cea, hoofd van de door de Commissie gefinancierde missie voor de hervorming van de douanediensten in Albanië, aangekondigd dat zij de functie die zij drie jaar lang met veel deskundigheid, inzet en moed bekleedde, zal neerleggen.

De missie heeft positieve resultaten opgeleverd: het Albanese douanesysteem functioneert weer, waardoor de inkomsten van het land enorm konden stijgen. Bovendien heeft de missie een doorslaggevende bijdrage geleverd aan het herschrijven van de Albanese douanewetgeving.

Mevrouw Cea klaagt over een sfeer van intimidatie en over talrijke moeilijkheden waarop zij bij haar werk is gestuit.

Het Italiaanse douanedepartement, waarvan mevrouw Cea gedetacheerd was, heeft het werk van het hoofd van de missie steeds actief gesteund en gewaardeerd en heeft, toen zij aankondigde dat zij haar functie wilde neerleggen, bij de Commissie een voordracht ingediend voor haar opvolging, waarmee het bevestigde dat het deze moeilijke missie wil voortzetten om illegale praktijken te bestrijden en de strijd tegen de criminaliteit op te voeren.

Kan de Commissie zeggen:

1. wat zij denkt over de situatie in Albanië op dit bijzondere en delicate samenwerkingsterrein;

2. of zij niet vindt dat deze missie verder moet worden uitgebreid en actief moet worden gesteund, mede gezien de obstakels waarop zij tot nu toe is gestuit;

3. of zij het gezien de betoonde inzet en de specifieke ervaring die het Italiaanse douanedepartement op dit gebied heeft opgebouwd en omwille van de continuïteit van deze doeltreffende missie niet wenselijk acht nauwe betrekkingen te blijven onderhouden met het Italiaanse departement en derhalve diens voordracht voor de opvolging van mevrouw Cea een voorkeursbehandeling te geven?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(13 maart 2000)

1. In verband met de crisis van 1997 is er in juni van dat jaar een missie voor bijstand aan de Albanese douanediensten ingesteld om steun te verlenen bij de fundamentele hervorming van de Albanese douanedienst die zich in staat van verval bevond en om ervoor te zorgen dat de begroting van de Albanese staat weer inkomsten kreeg (2/3 van de begrotingsinkomsten zijn afkomstig van douanerechten). Dit doel was snel bereikt en de inning van de douane-inkomsten heeft daarna tot een bevredigd niveau geleid. Er werden fundamentele hervormingen ondernomen, met name dore de invoering van een nieuw douanewetboek in 1999 en de opstelling van een actieplan voor de douanedienst. Deze missie voor bijstand op douanegebied stond onder leiding van de dore het geachte parlementslid genoemde persoon.

De Commissie heeft het bericht van de Directeur-Generaal van het departement Douane en Indirecte Belastingen van het Italiaanse Ministerie van Financiën ontvangen dat hij de dore het geachte parlementslid genoemde persoon weer in zijn diensten wilde opnemen.

2. Wat de Commissie betreft is het nodig dat de ondernomen inspanningen worden voortgezet en dat deze worden afgestemd op de toekomstige behoeften die dore de Albanese autoriteiten zijn aangegeven. De vorming van een stabiele structuur in de douaneadministratie is een noodzakelijke voorwaarde voor de deelneming van Albanië aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

3. Wil een missie voor bijstand doeltreffend werk leveren, dan is een een van de voorwaarden daarvoor dat er een deskundig team wordt ingezet. Het nieuwe hoofd van de missie zal worden geselecteerd volgens een procedure die gebaseerd is op de beroepskwalificaties van de kandidaten die in staat moeten zijn om zich aan te passen aan het bijzondere klimaat dat momenteel in Albanië heerst.