Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92000E000380

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0380/00 van Juan Ojeda Sanz (PPE-DE) aan de Commissie. Verbetering van de wegeninfrastructuur in de landen van Midden- en Oost-Europa.

    PB C 374E van 28.12.2000, p. 62–63 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92000E0380

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0380/00 van Juan Ojeda Sanz (PPE-DE) aan de Commissie. Verbetering van de wegeninfrastructuur in de landen van Midden- en Oost-Europa.

    Publicatieblad Nr. 374 E van 28/12/2000 blz. 0062 - 0063


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0380/00

    van Juan Ojeda Sanz (PPE-DE) aan de Commissie

    (14 februari 2000)

    Betreft: Verbetering van de wegeninfrastructuur in de landen van Midden- en Oost-Europa

    De aanzienlijke financiële injecties in de zogenoemde kandidaat-lidstaten via de verschillende Europese financieringsorganen (EIB) en via de EU-begroting (PHARE-programma, ISPA-instrument) moeten samen met de noodzakelijke investeringen van de desbetreffende regeringen leiden tot de aanleg van een wegennet dat voldoet aan het vereiste beginsel van interoperabiliteit, zodat daadwerkelijk een interne markt tot stand kan worden gebracht.

    De besteding van de communautaire fondsen ter plaatse blijkt echter niet het gewenste resultaat op te leveren. Welke maatregelen heeft de Commissie genomen om ervoor te zorgen dat de wegenbouwprojecten en de projecten voor verbetering van de wegeninfrastructuur, die in deze landen met Europees geld worden gefinancierd, worden uitgevoerd op basis van de kwaliteitsnormen die in de Europese Unie als standaard worden beschouwd?

    Is de Commissie voornemens met het oog op de financiële steunverlening een verkeersveiligheidsstudie te verlangen voor alle bouwprojecten die in de uitgebreide Unie als essentieel worden beschouwd?

    Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie

    (27 maart 2000)

    Sinds het begin van de jaren negentig is in het kader van het PHARE-programma bijna 1 miljard euro geïnvesteerd in de vervoersinfrastructuur van de begunstigde landen en deze pretoetredingssteun draagt bij aan de verwezenlijking van de door het geachte parlementslid beklemtoonde doelstellingen. In de afgelopen jaren heeft PHARE in steeds grotere mate omvangrijke fondsen en cofinanciering van de Europese Investeringsbank (EIB) en de internationale financiële instellingen (IFI's) aangetrokken alsook middelen uit de nationale begrotingen van de kandidaatlidstaten.

    Vanaf dit jaar en in de komende jaren zal de investeringscapaciteit uit communautaire middelen met behulp van het nieuwe pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid ISPA sterk worden uitgebreid. Tot en met 2006 zal het jaarlijkse budget van 1,04 miljard euro gelijkelijk worden verdeeld over maatregelen voor de vervoersinfrastructuur en voor het milieu. De met het ISPA gefinancierde maatregelen ten behoeve van de vervoersinfrastructuur moeten een duurzame mobiliteit bevorderen en met name streven naar interconnectie en interoperabiliteit van de nationale netwerken van de toetredingslanden met de Trans-Europese netwerken, met inbegrip van de toegang tot die netwerken.

    In dit verband heeft TINA, het initiatief voor de beoordeling van de behoeften inzake de vervoersinfrastructuur, dat in 1995 door de Raad is opgezet om een multimodaal vervoersnetwerk met wegen, spoorwegen, binnenwaterwegen, havens, terminals en luchthavens voor het grondgebied van de toetredingslanden te ontwerpen, de prioriteitenstelling voor de ontwikkeling van een pan-Europees vervoersnet gemakkelijker gemaakt. Dit net omvat een backbone, die op het grondgebied van de toetredingslanden samenvalt met de verbindingen en knooppunten van de tien multimodale pan-Europese vervoerscorridors, zoals deze zijn goedgekeurd op de derde pan-Europese vervoersconferentie van Helsinki in juni 1997, alsook bijkomende componenten.

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van het ISPA(1) moeten maatregelen inzake de vervoersinfrastructuur bijdragen tot de verwezenlijking van het communautaire beleid op het gebied van het vervoer en de Trans-Europese netwerken (artikel 5 en bijlage II). Vervoersprojecten van gemeenschappelijk belang dienen derhalve te worden gebaseerd op de criteria van Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende richtsnoeren voor de ontwikkeling van een Trans-Europees vervoersnet(2) en in overeenstemming te zijn met de desbetreffende communautaire beleidslijnen en normen. Zo zal de Commissie bijvoorbeeld bij de beoordeling van een voorstel voor een wegenbouwproject onder andere onderzoeken in hoeverre de maatregel bijdraagt tot de verbetering van de verkeersveiligheid en of deze aan de genoemde criteria en normen voldoet. Investeringen in verkeersgeleidingssystemen ter bevordering van de verkeersveiligheid zullen ook in aanmerking komen voor financiering met ISPA-middelen.

    In haar jaarlijkse verslag over de in het kader van het ISPA toegekende communautaire steun zal de Commissie ook informatie verstrekken over de uitkomst van de beoordeling van ISPA-activiteiten op hun verenigbaarheid met het communautaire beleid, waaronder ook op het gebied van het vervoer.

    (1) PB L 161 van 26.6.1999.

    (2) PB L 228 van 9.9.1996.

    Top