EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91999E002612

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2612/99 van Brigitte Langenhagen (PPE-DE) aan de Commissie. Aanscherping interventiecriteria voor graan.

PB C 280E van 3.10.2000, p. 80–81 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91999E2612

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2612/99 van Brigitte Langenhagen (PPE-DE) aan de Commissie. Aanscherping interventiecriteria voor graan.

Publicatieblad Nr. 280 E van 03/10/2000 blz. 0080 - 0081


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2612/99

van Brigitte Langenhagen (PPE-DE) aan de Commissie

(12 januari 2000)

Betreft: Aanscherping interventiecriteria voor graan

De Commissie wil het vochtigheidsgehalte nogmaals verlagen van 15 % naar 14,5 %. Decennialang lag de grens op 16 %. In ons kustklimaat met zijn voortdurende hoge luchtvochtigheid is bij normale weersomstandigheden de grens van 16 % alleen op enkele zomerse dagen in de oogst te halen. Als we kijken naar de oogstomstandigheden van de afgelopen jaren, dan had uitgaande van dit percentage alleen in uitzonderlijke zomers graan verkocht kunnen worden. In de afgelopen zeven jaar had de oogst slechts driemaal zonder kunstmatige droging op de markt gebracht kunnen worden. Zou de Commissie de volgende vragen kunnen beantwoorden:

In welk stadium bevindt de procedure zich nu?

Welke concrete redenen heeft de Commissie om de interventiecriteria opnieuw aan te scherpen?

Is het de Commissie bekend dat er in klimatologisch ongunstige regio's bijvoorbeeld kustregio's nu al alleen met grote inzet van technische middelen (en dus tegen aanzienlijk hogere productiekosten) kan worden voldaan aan de interventiecriteria?

Is de Commissie zich ervan bewust dat boeren in de genoemde gebieden door de verdere aanscherping van de criteria permanent te kampen krijgen met allerlei nadelen en inkomensverlies, hoewel hun producten geenszins van inferieure kwaliteit zijn?

Overweegt de Commissie een glijdende schaal per regio in te voeren of een regeling voor schrijnende gevallen ter compensatie van klimatologische nadelen?

Antwoord van de heer Fischlernamens de Commissie

(7 februari 2000)

In oktober 1999 heeft de Commissie een discussie op gang gebracht over de minimale kwaliteit van graan dat voor interventie wordt aangeboden, teneinde het beter af te stemmen op de vraag, met name uit het buitenland. Deze besprekingen zijn nog niet afgerond.

Om te garanderen dat het graan dat voor interventie bestemd is gedurende een relatief lange periode op bevredigende wijze kan worden opgeslagen, werd het vochtgehalte op 14,5 % vastgesteld. De afgelopen verkoopseizoenen werden afwijkingen tot 15 % toegestaan.

Op de vrije markt wordt gewoonlijk een lager vochtgehalte geëist, zowel voor de interne markt als voor de export, om te vermijden dat de kwaliteit door het vrijkomen van toxines zou dalen.

Aangezien graan met een hoger vochtgehalte moet worden gedroogd, wordt het op de markt alleen aanvaard als het voor onmiddellijk gebruik is bestemd of als er een korting op de prijs wordt verleend. Er is geen reden waarom men anders tewerk zou gaan bij de interventie, die tenslotte geen doel op zich vormt, maar slechts een met overheidsgeld gefinancierde tussenstap is.

Ongeacht de regio waar hij zijn graan verbouwt of de klimatologische omstandigheden bij de oogst, kan elke producent afzetmogelijkheden vinden op voorwaarde dat zijn graan aan de kwaliteitscriteria van de markt beantwoordt, eventueel na droging indien het vochtgehalte te hoog is. De klimatologische omstandigheden zijn immers inherent aan elke landbouwactiviteit.

Top